H4 27-09-2018
arbeidsdeling en specialisatie leiden tot minder ruil
A
waar
B
niet waar
1 / 11
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
arbeidsdeling en specialisatie leiden tot minder ruil
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quizvraag
TK = 0,50q + 300
de constante kosten zijn:
de constante kosten zijn:
A
0,50
B
50
C
300
D
150
Slide 2 - Quizvraag
TK = 0,60q + 4000
de variabele kosten zijn:
de variabele kosten zijn:
A
0,60
B
400
C
60
D
240
Slide 3 - Quizvraag
arbeidsdeling leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
kasgeld hoort bij de liquide middelen van een bank
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
de intrinsieke waarde van het geld is de waarde die op de munt of het bankbiljet staat
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
constante kosten stijgen als per eenheid per product als er meer wordt geproduceerd
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
TO = 4q
TK = 2q + 500
de break-even-afzet is:
TK = 2q + 500
de break-even-afzet is:
A
500
B
250
C
2
D
0,5
Slide 8 - Quizvraag
de totale automarkt zet €6000 om. Audi heeft een omzet van €2000. Hoeveel is hun marktaandeel?
A
33%
B
50%
C
100%
D
25%
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering
Slide 10 - Quizvraag
Jan koopt een auto voor €20.000. Hij verkoopt deze auto na 5 jaar voor €5000. wat is zijn jaarlijkse afschrijving?
A
€5000
B
€4000
C
€3000
D
€2000
