Paragraaf 10.1/10.2: Het zenuwstelsel

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?


  • Uitleg paragraaf 10.1/10.2: Zenuwstelsel en zenuwcellen

  • Zelfstandig werken aan opdrachten 10.1/10.2




Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 10.1: Het zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen



1.1 Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een prikkel?
En wat is een impuls?

Slide 5 - Open vraag

Het  zenuwstelsel

  • Centrale zenuwstelsel
  • Zenuwen

Slide 6 - Tekstslide

Het centrale zenuwstelsel
  • Hersenen
  • Ruggenmerg

Slide 7 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg

Slide 8 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
4. Ruggenmerg naar de hersenen
5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn

Slide 9 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
6. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
7. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren 
8. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 10 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigencellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg
  4. Ruggenmerg naar de hersenen 
  5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  6. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren 
  7. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 11 - Tekstslide

Functies zenuwstelsel
  1. Verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen
  2. Regelen van de werking van spieren en klieren 

Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting
  • Zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen 
  • Centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en ruggenmerg 
  • De weg van een prikkel tot aan een reactie van de klieren en spieren
  • Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen die van de zintuigen afkomen en regelt de werking van spieren en klieren

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 10.2: Zenuwen en zenuwcellen

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen

2.1 Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.

2.2 Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.

2.3 Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je over zenuwen en zenuwcellen?

Slide 16 - Woordweb

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 17 - Quizvraag

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 18 - Quizvraag

Zenuwcellen
Binnen ons zenuwstelsel verplaatsen impulsen zich via zenuwcellen
Een mens heeft miljoenen zenuwcellen. 
Elke zenuwcel bestaat uit een cellichaam met daarin de celkern
Aan het cellichaam zitten een of meerdere uitlopers
De impulsen verplaatsen zich langs de uitlopers. 
Uitlopers kunnen soms wel meer 
dan een meter lang zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Typen zenuwcellen

Er zijn drie typen zenuwcellen:

 - Schakelcel
 - Gevoelszenuwcellen
 - Bewegingszenuwcel

Slide 20 - Tekstslide

Gevoelszenuwcel
  • Geleiden impulsen van  
       zintuigen naar het centrale         zenuwstelsel
  • Cellichamen liggen vlak bij   het centrale zenuwstelsel
  • Denk aan "gevoel"

Slide 21 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel
  • Geleiden impulsen van het  
       centrale zenuwstelsel naar         spieren of klieren
  • Cellichamen liggen IN het  
       centrale  zenuwstelsel
  • Denk aan "beweging" en     spieren

Slide 22 - Tekstslide

Schakelcel
  • Schakelcellen geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
  • Liggen dus helemaal in het centrale zenuwstelsel
  • Verbind de andere twee als een "schakel"

Slide 23 - Tekstslide

Het doorgeven van impulsen

Slide 24 - Tekstslide

Zenuwen
De uitlopers van zenuwcellen liggen in zenuwen in een bundel bij elkaar.

Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje om te voorkomen dat impulsen "overspringen" van de ene uitloper naar de andere.

Om een zenuw zit een stevige laag bindweefsel die de zenuw beschermd.

Slide 25 - Tekstslide

Typen zenuwen
  • Gevoelszenuw bevat alleen uitlopers van     gevoelszenuwcellen (bijvoorbeeld de oogzenuw)
  • Bewegingszenuw bevat alleen uitlopers van 
       bewegingszenuwcellen
  • Gemengde zenuw bevat uitlopers van zowel de  
      gevoelszenuwcellen als de bewegingszenuwcellen.
      De meeste zenuwen in het lichaam zijn gemende zenuwen.

Slide 26 - Tekstslide

* Impulsen van de romp en 
   ledematen lopen via het 
   ruggenmerg naar de hersenen en 
   andersom.
* Impulsen van het hoofd en de hals 
   komen aan in de hersenstam.
   (dus niet via het ruggenmerg)

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!



Paragraaf 10.1: Opdracht 1 t/m 6
Paragraaf 10.2: Opdracht  1 t/m 7

Opdrachten niet af --> Huiswerk










Slide 28 - Tekstslide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?



Slide 29 - Tekstslide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 30 - Tekstslide