1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

Welkom bij wereldplein
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wereldplein

Slide 1 - Tekstslide

      Aan het eind van de les
• weet je wat met basisbehoeften bedoeld wordt en kun je er
voorbeelden van geven;
• kun je uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als het
gaat om wonen en werken;

• weet je wat bnp/hoofd betekent en begrijp je wat het zegt over hoe
arm of rijk een land is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb jij nodig om goed te kunnen leven?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 7 - Sleepvraag

Huiswerk check
Opdracht 1 
bladzijde 26

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1; Wat is er op beide foto's hetzelfde als in jouw leven?

Slide 9 - Open vraag

Wat is er op beide foto's anders dan in jouw leven?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Welke basisbehoefte past het best bij bron 18 en 19?
Kleding
voeding
onderdak
gezondheids-zorg
onderwijs

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide

opdracht 3 
  • Er is altijd elektriciteit
  • Er is grote kans op lekkage bij regen
  • Er is schoon en veilig drinkwater
  • Er is een toiletgebouw voor gezamenlijk gebruik
  • De basisbehoeften zijn niet goed geregeld 

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 4
De basisbehoefte die het beste bij bron 20 past is
huis of onderdak.
Wanneer er geen goede toiletten en waterleidingen zijn, is de
gezondheidszorg niet goed geregeld.
Er zijn bijna nooit scholen in krottenwijken. Dat betekent dat voor kinderen in krottenwijken het onderwijs niet goed is geregeld.



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 5
Waar vind je de begrippenlijst?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

  • Ik loop de hele dag door de stad Benin met mijn zelfgemaakte ijs en probeer overal ijsjes te verkopen.
  • Die oude vrouw loopt elke dag vijf kilometer naar de stad om haar eigengebakken broodjes te verkopen.
  • Ik werk als vakkenvuller in een supermarkt, want ik spaar voor de nieuwste smartphone.
  • Mijn moeder werkt in een kringloopwinkel. Ze vindt het heel belangrijk dat we thuis ons afval goed scheiden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke basisbehoefte heeft Emanual denk je niet?
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Eten
D
Kleding

Slide 20 - Quizvraag

Noteer de verschillen tussen jouw onderwijs en dat van Emanuel

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het probleem met BNP/ hoofd van de bevolking?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Geen basisbehoefte
Wel een basisbehoefte

Slide 28 - Sleepvraag

aan het werk
Maak van H 1.3 
Opdracht 8, 9 en 10 

Slide 29 - Tekstslide

Wat is géén kenmerk van de scharreleconomie?
A
geen vast inkomen
B
betalen van belastingen
C
geen diploma nodig
D
geen geld bij ziekte of ouderdom

Slide 30 - Quizvraag

Een voorbeeld van de scharreleconomie is...
A
Op straat handelen, schoenenpoetsen, auto's wassen
B
Voor de klas staan
C
Een eigen restaurant
D
Een eigen garage

Slide 31 - Quizvraag

In welk land is er veel scharreleconomie?
A
Duitsland
B
Senegal
C
beide

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk
  1. Nakijken 1.2 
  2. Maken paragraaf 1.3 opdracht 3, 4, 5, 7, 9
  3. Nakijken 1.3 
  4. Verdieping blz. 35

Slide 33 - Tekstslide

Wat is een scharreleconomie?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Welkantwoord hoort bij slechte levensomstandigheden?
A
dagelijks in de file staan
B
één auto per gezin
C
kinderen gaan niet naar school
D
ziekenhuis in een andere stad

Slide 40 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 41 - Sleepvraag

Als je niet genoeg geld hebt voor de basisbehoeften, leef je in armoede en in slechte ...
A
gezondheidszorg
B
economie
C
welvaart
D
levensomstandigheden

Slide 42 - Quizvraag

Welvaart gaat om de levensomstandigheden van een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

      Aan het werk 1.3
  1. Paragraaf 1.1 (blz. 28 t/m 33)
  2. Nakijken 1.3
  3. Verdieping blz. (blz. 35)
timer
1:00

Slide 44 - Tekstslide

      Leerdoelen check
• weet je wat met basisbehoeften bedoeld wordt en kun je er
voorbeelden van geven;
• kun je uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als het
gaat om wonen en werken;
• weet je wat het verschil is tussen welvaart en welzijn en hoe je met die
begrippen kunt zien of inwoners van een land rijk of arm zijn;
• weet je wat bnp/hoofd betekent en begrijp je wat het zegt over hoe
arm of rijk een land is.

Slide 45 - Tekstslide