Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
DV toets
Welcome to your English test:
TIME TO SHINE!
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome to your English test:
TIME TO SHINE!
Slide 1 - Tekstslide
PART 1
wh-questions
Slide 2 - Tekstslide
Choose the correct wh-question.
.... are my keys ?
A
when
B
where
C
who
D
what
Slide 3 - Quizvraag
Choose the correct wh-question.
.... do you visit your family ?
On Sundays.
A
Who
B
Which
C
Where
D
When
Slide 4 - Quizvraag
Fill in the right WH-question word:
____ is the nearest supermarket?
A
Whose
B
When
C
Where
D
Who
Slide 5 - Quizvraag
Choose the correct wh-question.
...... colour are your eyes ?
A
Where
B
When
C
What
D
Who
Slide 6 - Quizvraag
Choose the correct wh-question.
.. old is your sister ?
A
who
B
when
C
which
D
how
Slide 7 - Quizvraag
PART 2
yes/ no questions
Slide 8 - Tekstslide
This question is incorrect:
Have you a dog?
Fix the mistake and type in your correct version
Slide 9 - Open vraag
This question is incorrect: It is 4 o’clock?
Fix the mistake and type in your correct version
Slide 10 - Open vraag
This question is incorrect: Like you music?
Fix the mistake and type in your correct version
Slide 11 - Open vraag
This question is incorrect:
Does Frank works in Sheffield?
Fix the mistake and type in your correct version
Slide 12 - Open vraag
PART 3
like / love / hate / prefer
Slide 13 - Tekstslide
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes: Why do you hate........ (stay) on a campsite?
A
staying
B
to stay
Slide 14 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
Emily prefers...... (play)
volleyball.
A
to play
B
playing
Slide 15 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
Karima and Charles really love ......(eat) at KFC
A
to eat
B
eating
Slide 16 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes: We like ......(go) on holiday.
A
going
B
to go
Slide 17 - Quizvraag
PART 4
Vocabulary (words!)
Slide 18 - Tekstslide
Where can you find these items?
Toothbrush, towel, hairbrush
A
Dentist
B
Hairdresser
C
Bathroom
D
Playground
Slide 19 - Quizvraag
What word can be matched with chocolate?
A
A container
B
A bar of
C
A can of
D
A bottle of
Slide 20 - Quizvraag
What word can be matched with beans?
A
A container
B
A bar of
C
A can of
D
A bottle of
Slide 21 - Quizvraag
What word can be matched with bread?
A
A container
B
A bar of
C
A can of
D
A loaf of
Slide 22 - Quizvraag
What word can be matched with cheese?
A
A container
B
A slice of
C
A can of
D
A loaf of
Slide 23 - Quizvraag
PART 5
Grammar: present simple
Slide 24 - Tekstslide
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
Emma ...........( to watch) Netflix every day
A
watch
B
watches
Slide 25 - Quizvraag
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
He ..... (to call) me every morning
A
call
B
calls
Slide 26 - Quizvraag
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts
Slide 27 - Quizvraag
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks
Slide 28 - Quizvraag
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
I always ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears
Slide 29 - Quizvraag
Present simple:
Kies de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes:
..... (to be) you at home tonight?
A
am
B
are
C
is
Slide 30 - Quizvraag
PART 6
Grammar: present continuous
Slide 31 - Tekstslide
Kies de juiste werkwoordsvorm:
I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading
Slide 32 - Quizvraag
Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving
Slide 33 - Quizvraag
We ... the dishes at the moment
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do
Slide 34 - Quizvraag
PART 7
Possesive pronouns: mine or my /yours, your?
Slide 35 - Tekstslide
1. possessive pronouns
This is ... pen.
A
he
B
him
C
his
Slide 36 - Quizvraag
Maak gebruik van de possessive pronouns:
I met ________ mother (haar).
A
mine
B
theirs
C
ours
D
her
Slide 37 - Quizvraag
Possessive pronouns:
This is Amy, she's a friend of ...... .
A
me
B
your
C
mine
D
my
Slide 38 - Quizvraag
Use the correct possessive pronoun:
Is this ... umbrella?
A
your
B
yours
C
hers
D
them
Slide 39 - Quizvraag
correct or incorrect?
This is Brian’s wallet. Look, his cards are inside.
A
correct
B
incorrect
Slide 40 - Quizvraag
correct or incorrect?
Is that car theirs? Ask them to move it.
A
correct
B
incorrect
Slide 41 - Quizvraag
LAST PART
SPELLING / SILENT LETTERS
Slide 42 - Tekstslide
Welke letter hoor je niet in dit woord?
" island "
A
d
B
l
C
s
D
n
Slide 43 - Quizvraag
Welke letter hoor je niet in dit woord?
" who "
A
h
B
w
Slide 44 - Quizvraag
What are these called?
A
Shares
B
Scissors
C
Schissers
D
Clips
Slide 45 - Quizvraag
End of test
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Mocktest Unit 1
Oktober 2024
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1-3
week 4.0
Augustus 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2F - 6-9-2023 - Unit 1 - les 5
September 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
T2 Present continuous - do/does - WH questions
November 2022
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
LJ2 - Grammatica unit 1.2 / LJ 1 Vocabulary unit 1.2
September 2021
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
WEEK 5 - periode 1
Augustus 2023
- Les met
26 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
WEEK 4 - Periode 1
September 2024
- Les met
26 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
1.2 vocabulary & grammar
September 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2