Lessenserie Zelfvertrouwen | Les 7 | Feedback geven en ontvangen
Zelfvertrouwen|les 7|Feedback geven en ontvangen
Assertiviteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Zelfvertrouwen|les 7|Feedback geven en ontvangen
Assertiviteit
Slide 1 - Tekstslide
Hoe zitten we in onze energie?
Slide 2 - Tekstslide
Lesverloop
Terugblik vorige les
Energizer
Lesdoelen
Feedback is..
Film: 'Goede feedback of toch niet..'
Oefening feedback ervaren
Feedback geven 4 G's
Feedback ontvangen
Evaluatie en afronding
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les;
Weet je wat feedback is
Weet je wat het verschil tussen feedback en kritiek is
Heb je ervaren wat feedback en kritiek met jezelf en een ander kan doen
Weet je hoe je feedback kunt geven a.d.h.v. 4 G's
Weet je hoe je feedback kunt ontvangen
Slide 4 - Tekstslide
Welke G's doorloop je bij het maken van een G-schema?
A
Gebeurtenis, Gevoel, Gewaarwording, Gedachten
B
Gebeurtenis, Gedachten, Gevoel, Gedrag
C
Gebeurtenis, Gevolg, Gewaarwording, Gedachten
D
Gevoel, Gedrag, Gevolg
Slide 5 - Quizvraag
In de vorige les hebben wij het gehad over verschillende soorten gedrag. Wij hebben drie vormen besproken en samengevat in het woord AAP. Waar staat deze afkorting voor?
Slide 6 - Open vraag
Geef een assertieve reactie op het volgende: Je gaat samen met je vrienden touren door Nederland. Je hebt zelf nog geen rijbewijs. Toch dringt één van je vrienden erop aan dat je ook een stuk rijdt.
Slide 7 - Open vraag
Oefening tekenen
G-schema
AAP
Assertiviteit in 5 stappen
Slide 8 - Tekstslide
Feedback is?
Slide 9 - Tekstslide
Feedback is?
Commentaar dat we geven op iemands gedrag of houding. Het gaat hierbij om gedrag dat te veranderen is.
Bij het geven van feedback vertel je de ander wat zijn/haar gedrag bij jou oproept en wat het met je doet.
Feedback betekent letterlijk terugkoppeling. Het is niet oordelend!
Slide 10 - Tekstslide
Verschil tussen feedback en kritiek
Kritiek gaat ook over andere zaken dan veranderbaar gedrag. Bijv.: “Wat heb je een lelijk jasje aan”. Met zo’n opmerking kun je niets…
Feedback wordt nogal eens verward met kritiek. Bijv.: “Ik vind het vervelend als je steeds door mij heen praat als ik iets wil zeggen” Mensen voelen zich aangevallen of ervaren de feedback als een teken van falen.
Van feedback kun je juist leren!
Feedback betekent letterlijk terugkoppeling. Het is niet oordelend!
Slide 11 - Tekstslide
Feedback
Heb jij wel eens een situatie meegemaakt waarin feedback als kritiek werd gegeven?
Waardoor voelde de feedback als kritiek?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Oefening M&M's
G-schema
AAP
Assertiviteit in 5 stappen
Slide 14 - Tekstslide
Feedback geven 4 G's
•1. Gedrag Beschrijf het gedrag van de ander op objectieve manier. Hierbij horen zinnen als “ik zie dat je…” en “ik hoor jou zeggen dat…” Gebruik geen woorden als 'altijd' of 'telkens' maar benoem de zaken concreet. Praat in de ik-vorm.
•2. Gevoel Welk gevoel roept het gedrag van je studiegenoot of collega bij jou op? Voorbeelden hiervan zijn: “Dat vind ik erg vervelend” of “Daarmee maak je mij onzeker.”
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden
Jij-boodschap: Jij praat te hard
Ik-boodschap: Ik kan me niet concentreren als ik je hard hoor praten
Jij-boodschap: Jij laat niet horen hoe het gaat. Ik-boodschap: Ik zou graag beter op de hoogte zijn van de voortgang.
Jij-boodschap: Jij begint steeds over iets anders. Ik-boodschap: Ik vind het lastig om het over zoveel dingen tegelijk te hebben.
Slide 16 - Tekstslide
Feedback geven 4 G's
•3. Gevolg van gedrag Na het benoemen van het gedrag in stap 1, laat je de persoon weten wat het gevolg daarvan is, welke indruk je daarbij krijgt. Bijvoorbeeld: “Ik krijg hierdoor het idee dat…” of “mensen kunnen dit verkeerd opvatten.”
•4. Gewenst gedrag Tijdens de vierde stap geef je aan welk gedrag gewenst is, zonder stil te staan bij het ongewenste gedrag: “Ik vind het belangrijk dat we op één lijn zetten. Geef het aan als je ergens niet mee eens bent, dan kunnen we proberen tot een compromis te komen.”
Slide 17 - Tekstslide
Oefening 1
Ga met zijn tweeën tegenover elkaar zitten.
De een bekijkt de ander en verwoordt een halve minuut lang wat hij voor gedrag bij de ander ziet en/of hoort. Bijvoorbeeld: "Ik zie je met je ogen knipperen." "Ik hoor je zuchten." "Ik zie dat je je ene been over je andere slaat," enzovoorts.
Alleen maar waarnemingen. Degene die geobserveerd wordt, zegt niets, behalve als de ander de fout ingaat. Dan kan die het opnieuw proberen.
Slide 18 - Tekstslide
Oefening 2
In deze oefening benoem je eerst wat je ziet(oefening 1 en daarna vertel je wat het effect daarvan op jou is.
Bijvoorbeeld: "Ik zie je met je ogen knipperen. Ik word er ongedurig van." "Ik hoor je zuchten. Ik voel met je mee, want ik vind het ook een gedoe!" "Ik zie dat je je ene been over je andere slaat. Ik voel hier helemaal niets bij, ik weet niet wat ik zou moeten voelen."
Wissel op mijn teken van rol!
Slide 19 - Tekstslide
Als er bij Luca iets misgaat, begint hij onmiddellijk te vloeken. Hij heeft nogal een luide stem en anderen klagen dan ook wel eens over zijn taalgebruik. Je hoort net dat Jan iets uit zijn handen laat vallen, en ja hoor, hij begint weer te vloeken. Hoe geef je feedback? (overleg in duo's, denk aan de 4 G's)