Les 5 Onderhoudsmiddelen

Onderhoudsmiddelen
Zachte lenzen in vergelijking met vormstabiele lenzen moeten nauwkeurig verzorgd worden omdat ze een grotere kans hebben op een microbacteriële verontreiniging.
Als je de lenzen afspoelt met water  dan loopt de cornea het risico besmet te worden met acantamoeba. 
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
CLBeroepsopleiding

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onderhoudsmiddelen
Zachte lenzen in vergelijking met vormstabiele lenzen moeten nauwkeurig verzorgd worden omdat ze een grotere kans hebben op een microbacteriële verontreiniging.
Als je de lenzen afspoelt met water  dan loopt de cornea het risico besmet te worden met acantamoeba. 

Slide 1 - Tekstslide

Onderhoud doel :
-    behouden van de oculaire fysiologische functies
-    beschermen bij oogbeschadigingen
-    voorkomen van infecties
-    behouden van optische eigenschappen
-    verhoging van de levensduur

Slide 2 - Tekstslide

Onderhoudsmiddelen
Voorwaarden vloeistof
-    steriel
-    geconserveerd
-    chemisch stabiel
-    compatibel
-    mag het lensmateriaal niet aantasten
-  datum noteren bij het open maken



Slide 3 - Tekstslide

Osmose en toniciteit
Osmose en toniciteit zijn nauw met elkaar verbonden concepten in de biologie, die te maken hebben met het transport van water over membranen.
Toniciteit is de concentratie van opgeloste stoffen in een oplossing. Het bepaalt of water een cel in- of uitgaat.

Kort gezegd: Toniciteit beïnvloedt osmose.

Slide 4 - Tekstslide

Osmose is het proces waarbij water zich verplaatst van een gebied met een hoge waterconcentratie naar een gebied met een lage waterconcentratie, door een semipermeabel membraan.

Osmose= de kracht waarmee een oplossing water aanzuigt


Osmolariteit (de deeltjesconcentratie) zegt iets over de concentratie deeltjes in een vloeistof

Slide 5 - Tekstslide

De osmolariteit (deeltjesconcentratie) van een vloeistof
Isotone oplossing: gelijke concentratie, geen netto waterverplaatsing
Hypotone oplossing: weinig opgeloste stoffen, water gaat de cel in (cel zwelt op).
Hypertone oplossing: veel opgeloste stoffen, water gaat de cel uit (cel krimpt).

Slide 6 - Tekstslide

De osmolariteit (deeltjesconcentratie) van een vloeistof
Moet:
  • isotoon zijn aan het traanvocht  
  • pH –waarde hetzelfde als traanvocht
  • atoxisch
  • geen allergieën veroorzaken

Slide 7 - Tekstslide

Isotoon = deeltjesconcentratie moet gelijk zijn
- 0,9 % zoutoplossing is isotoon aan het traanvocht
Hyper/hypotoon
-    bij gebruik van een hypotone vloeistof – er diffundeert water vanuit het traanvocht naar de corneacellen = epitheliaal oedeem
-    bij gebruik van een hypertone vloeistof – er diffundeert water vanuit de corneacellen naar het hypertone traanvocht = de cellen krimpen

Slide 8 - Tekstslide

Als men een contactlens inzet met een hypertone vloeistof  dan wordt water onttrokken aan de cornea.

Slide 9 - Tekstslide

Afwijkingen

-    zoutoplossingen van 0,6 tot 1,5% worden verdragen
-    hypertone vloeistof beter dan hypotone
-    bij harde lenzen minder problemen
-    bij hydrofile lenzen duurt langer voordat de  lens hydrateert
- gedistilleerd water?? 

Slide 10 - Tekstslide

Zuurgraad geef je aan in PH-waarde (potentie waterstof)
-    grof te meten met lakmoespapier
-    exacte meting met een electronische pH-meter
-    7,0 is neutraal

Slide 11 - Tekstslide

Traanvocht
-    traanvocht is zwak basisch 7,3-7,7
-    bij lensdragers is iets zuurder (lager) - zachte lenzen 7,3
                                                                                    -    harde lenzen 7,1
Door het inzetten van zachte lenzen wordt de ph-waarde van de traanvocht lager.

Slide 12 - Tekstslide

Vloeistof:
-    vloeistof moet een pH- waarde tussen 6,6 en 7,8
-    optimaal 7,4

Vloeistof wordt vaak verdragen omdat:
-    er weinig vloeistof in het oog komt
-    de traansecretie stijgt waardoor de vloeistof verdunt
-    het traanvocht een neutraliserende werking heeft

Slide 13 - Tekstslide

Een afwijkende pH-waarde kan leiden tot:
-    waterig, mistig zien
-    kleverige slijmvorming
-    dunne laag aanslag op contactlenzen
-    conjunctivale vaatinjectie
-    allergische reacties,  gezwollen oogleden
-    de eerste 5 minuten   - pH< 6 branderige ogen
                                                    - 6< pH- 6,5 droog gevoel
                                                    - pH> 8 jeuk


Slide 14 - Tekstslide

Buffering
-    zorgt dat de pH-waarde (zuurgraad ) constant blijft
-    fosfaten, carbonaten en boorzuur
Elke contactlensvloeistof bevat een buffer om de zuurgraad constant te houden.

Slide 15 - Tekstslide

Ingrediënten verzorgingsproducten
  • conserveermiddel
  • surfactant
  • wetting agent
  • buffer
  • toniciteitscomponent

Slide 16 - Tekstslide

Conservering
= de vloeistof over een langere tijd tegen microbacteriële verontreiniging te beschermen
- moet zijn: -  atoxisch
                         - fysiologisch onbedenkelijk
                         - pathogene kiemen snel en zeker onschadelijk maken
                        - niet in lensmateriaal dringen, het aantasten of beschadigen
= de werking is gebaseerd op verstoring van membraanprocessen en het metabolisme van de cel (eerst indringen in het celmembraan)


Slide 17 - Tekstslide

Conservering
Ze doden of inactiveren bacterien, schimmels en virussen.
De functie van de conserveringsmiddelen in de vloeistof is het stoppen van groei van schadelijke micro-organismen. 
De conserveermiddelen die in de vloeistof zitten werken als eerste op de membraan van de microben .

Slide 18 - Tekstslide

Surfactant (oppervlkte-actieve stof)
Surfactants, of oppervlakte-actieve stoffen, verlagen de oppervlaktedruk van vloeistoffen, waardoor ze beter vuil, olie en lipiden kunnen losmaken. Ze hebben een hydrofoob (waterafstotend) en hydrofiel (wateraantrekkend) uiteinde. Het hydrofobe uiteinde bindt aan vetten en oliën, terwijl het hydrofiele uiteinde water aantrekt, waardoor vuildeeltjes loskomen en wegspoelen. Grondig afspoelen is belangrijk om irritatie te voorkomen.

Slide 19 - Tekstslide

 Bevochtigingsmiddel (Wetting agent)
Bevochtigingsmiddelen houden water vast en verbeteren de bevochtiging van contactlenzen. Dit zorgt voor meer comfort, minder droogheid en een betere traancirculatie. Ze maken het lensoppervlak wateraantrekkend (hydrofiel), waardoor de lenzen comfortabel blijven, zelfs bij langdurig dragen.
Wetting agents zijn vooral nuttig voor dragers met droge ogen of voor siliconen hydrogel-lenzen, die van nature hydrofoob zijn.


Slide 20 - Tekstslide

 Buffers
Buffers stabiliseren de pH van contactlensvloeistof, zodat deze overeenkomt met die van traanvocht (ongeveer 7,4). Ze neutraliseren overtollige zuren of basen om irritatie te voorkomen en de vloeistof in een optimale pH-range te houden. Een stabiele pH voorkomt branderigheid, roodheid en andere tekenen van oogirritatie.

 Buffers houden de pH van lensvloeistof stabiel en comfortabel voor het oog.

Slide 21 - Tekstslide

Toniciteitscomponenten 
Toniciteitscomponenten regelen het zoutgehalte in contactlensvloeistof, zodat deze isotoon is met traanvocht. Dit voorkomt dat lenzen te veel of te weinig water opnemen, wat ongemak of vervorming kan veroorzaken.
Hypotone vloeistoffen: Lenzen nemen te veel water op en zwellen op.
Hypertone vloeistoffen: Lenzen drogen uit en worden strak.
Isotone vloeistoffen: Lenzen behouden hun vorm en hydratatie.
Toniciteitscomponenten zorgen voor de juiste waterbalans in lenzen.

Slide 22 - Tekstslide

Functie contactlensvloeistof 
• Reiniging
• Desinfectie
• Bewaren
• Afspoelen
• Bevochtiging

Slide 23 - Tekstslide

Reinigingsvloeistof
Onjuiste behandeling en onvoldoende verzorging van contactlenzen leiden vaak tot vervuiling, afzettingen en beschadigingen. Dagelijkse reiniging is essentieel om problemen te voorkomen.
Gevolgen van onvoldoende reiniging:
  • Vermindering van optische eigenschappen (visusdaling)
  • Vermindering van levensduur en comfort
  • Beschadiging van oogweefsel
  • Ontstaan van een broedplaats voor ziektekiemen

Slide 24 - Tekstslide

Reinigingsmethoden:
Desorptie door tensiden (met eventueel abrasieve technieken)
Biochemische afbraak door enzymen
Chemische afbraak door oxidatie
Chelatisering door EDTA 

Slide 25 - Tekstslide

Reiniging met Tensides
Tensides zijn oppervlakte-actieve stoffen die vuil losmaken van contactlenzen door de binding tussen vuil (lipiden/oliën) en lensmateriaal te verbreken. Ze omsluiten vuildeeltjes (vaak lipofiel) met hun hydrofobe deel, waarna het hydrofiele deel, aangetrokken door water, het vuil losweekt. Losse deeltjes worden volledig omgeven door tensides en verwijderd tijdens het afspoelen.
Tensides worden gebruikt voor het verwijderen van vetten.

Slide 26 - Tekstslide

Reiniging met Tensides
  • Wrijven:  verbetert de reiniging aanzienlijk.
  • Abrasieve deeltjes:  de werkzame stof in een abrasieve reiniger zijn de kleine polymeerbolletjes voor extra reinigingskracht, maar zijn alleen geschikt voor bepaalde vormstabiele lenzen. Goed schudden voor gebruik is noodzakelijk. 
  • Wasmachine: een lenshouder met draaimechanisme die de lenzen in de vloeistof beweegt, waardoor losse deeltjes afspoelen.
  • Afspoelen: afspoelen met een geschikte afspoelvloeistof is essentieel om achtergebleven vuil en tensides te verwijderen.

Slide 27 - Tekstslide

Enzymatische reiniging
Enzymen
  •  zijn gecompliceerde eiwitmoleculen die door levende cellen worden geproduceerd. 
  • helpen bij de afbraak van organische vervuiling op contactlenzen, zoals proteïnen, lipiden en mucine.  
  • om proteïne- afzettingen te verwijderen (selectieve reiniging)
  • eiwitmoleculen werkzaam op organische verbindingen
 Enzymatische reiniging is vooral belangrijk voor hydrofiele lenzen, omdat alleen reinigen  tensides alleen proteïne-afzetting onvoldoende verwijderen.


Slide 28 - Tekstslide

Enzymatische reiniging
  • Wekelijks gebruiken, in de vorm van tabletten of poeder opgelost in bewaarvloeistof of zoutoplossing.
  • Hydrofiele lenzen:  -Voor laaghydrofiele lenzen een korte inweektijd (max. 15 minuten)                                                         -Voor hooghydrofiele lenzen zijn speciale enzymen of combinaties met waterstofperoxide systemen beter geschikt, waarbij de lenzen een nacht kunnen weken.
  • Grondig afspoelen na de reiniging is essentieel om te voorkomen dat enzymen in de ogen terechtkomen. Een nacht in bewaarvloeistof is nog beter.

Slide 29 - Tekstslide

Reiniging door middel van oxidatie

Oxidatieve (chemische) reiniging breekt organische vervuiling op contactlenzen af met behulp van actieve zuurstof. Dit gebeurt door moleculen van vuil in kleinere, afspoelbare delen te splitsen. Het lichte zwellen van de lens en de zuurstofbelletjes helpen ook bij het losmaken van aanslag. Bekende middelen hiervoor zijn waterstofperoxide (H2O2) en halogeenverbindingen (hypochloride).

Slide 30 - Tekstslide

Reiniging door middel van oxidatie
  • Oxidatieve reiniging heeft ook een desinfecterende werking.
  • is werkzaam tegen de meeste organische afzettingen.
  • Sterke middelen kunnen zelfs verkleuringen verwijderen.
  • Na gebruik is een grondige neutralisatie noodzakelijk om irritatie te voorkomen, vooral bij waterstofperoxide.
  • Werkt niet goed tegen anorganische afzettingen.
  • Hypochloride (zuurstof en chloor): Komt voor in tabletvorm en moet worden opgelost in zoutoplossing zonder conserveringsmiddel. Kan gekleurde lenzen bleken.

Slide 31 - Tekstslide

Reiniging door chelatisering
Chelatisatie= samenklonteren (binden) van moleculen
EDTA is een chelatiserend middel dat in contactlensvloeistoffen wordt gebruikt. Het reageert met metaalzouten (calcium, magnesium, ijzer) en vormt grote, wateroplosbare moleculen, waardoor deze verwijderd kunnen worden.
EDTA stabiliseert ook verschillende conserveringsmiddelen.
EDTA versterkt de werking van desinfecterende/conserverende middelen door zich te binden aan metaalionen in bacteriecellen, waardoor het conserveringsmiddel makkelijker kan binnendringen.
  • Het is effectief tegen anorganische stoffen zoals zouten en metaalhoudende verontreinigingen.


Slide 32 - Tekstslide

Desinfectie, sterilisatie en conservering
= zijn gerelateerde maar er zijn wezenlijke verschillende methoden om micro-organismen te bestrijden

Sterilisatie: Het doden of inactiveren van alle micro-organismen, zowel schadelijke als onschadelijke. Dit wordt meestal door de fabrikant gedaan.
Desinfectie: Het doden of inactiveren van schadelijke micro-organismen. Lenzen moeten dagelijks worden gedesinfecteerd. 

Sterilisatie: Alles dood.
Desinfectie: Schadelijke dingen dood.

Slide 33 - Tekstslide

Vloeistof voor desinfectie
  • Thermische desinfectie:
Verwarmt de lenzen in vloeistof tot 80-95°C gedurende 20 minuten.
Voordeel: Geen chemicaliën.
Nadelen: Kan proteïnen "vastbakken" en de lenzen beschadigen. Wordt daarom weinig gebruikt.

  • Chemische desinfectie:
Meest voorkomende methode.
Lenzen worden in bewaarvloeistof gedesinfecteerd.
Desinfectiemiddelen zijn vergelijkbaar met conserveringsmiddelen, maar in hogere concentraties.

Slide 34 - Tekstslide

Vloeistof voor desinfectie
Oxidatieve desinfectie:

Zeer geschikt voor zachte lenzen.
Heeft ook een reinigende werking.
Twee soorten:
  • Tweefasen waterstofperoxide: Desinfectie met waterstofperoxide (0,6% of 3%) en daarna neutralisatie met een katalysator (enzymatisch of chemisch).
  • Eenfase waterstofperoxide: Desinfectie met 3% waterstofperoxide en neutralisatie met een platina schijfje of een tablet met katalase. Neutralisatie duurt 4-6 uur.

Slide 35 - Tekstslide

Conserveren
Beschermt contactlensvloeistof tegen microbiële verontreiniging en voorkomt de groei van micro-organismen. 
Belangrijke eisen aan conserveermiddelen:
  • Niet giftig en respecteren de oculaire fysiologie
  • Schadelijke micro-organismen snel en effectief doden
  • Lensmateriaal niet aantasten
Werking van conserveermiddelen:
  • Doden van bacteriën/schimmels
  • Remmen van bacterie-/schimmelgroei
  • Ze verstoren het celmembraan en metabolisme van micro-organismen.

Slide 36 - Tekstslide

Voorbeelden van conserveermiddelen:

  • Benzalkoniumchloride (let op: kan problemen geven bij sommige lenzen)
  • Thiomersal (kan allergieën veroorzaken, wordt minder gebruikt)
  • Chloorhexidine (kan allergieën veroorzaken bij langdurig gebruik)
  • Polyaminopropyl biguanide
  • Polyquad
Let op: Veel conserveermiddelen kunnen irritaties veroorzaken.

Slide 37 - Tekstslide

Bewaarvloeistoffen
Het vochtig bewaren van lenzen voorkomt:
• microbiële verontreiniging
• het indrogen van afzettingen
• beschadiging van het lensoppervlak door krimpen tijdens het opdrogen
Een schone lenshouder is cruciaal om verontreiniging te voorkomen.
Het is gebruikelijk dat de bewaarvloeistof ook direct desinfecteert. 
Een bewaarvloeistof moet in ieder geval een conserverende werking hebben. 
Als een harde lenzen voor een langere tijd bewaard word moet het droog gemaakt worden

Slide 38 - Tekstslide

 Afspoel- en bevochtigingsvloeistoffen
Bewaarvloeistoffen bevochtigen de lens vaak al, maar soms is een aparte inzetvloeistof nodig, vooral voor siliconenrubber lenzen. 
Afspoelen is meestal alleen nodig bij irritatie.
Inzetvloeistoffen hebben als hoofddoel: Het lensoppervlak hydrofiel maken, zodat traanvocht de lens goed kan bevochtigen.
Dit resulteert in:
  • Beter comfort en minder mechanisch contact
  • Betere traancirculatie onder de lens
  • Goede afbeeldingskwaliteit

Slide 39 - Tekstslide

Inzetvloeistoffen maken lenzen comfortabeler en verbeteren de bevochtiging.
Kenmerken van inzetvloeistoffen:
  • Isotoon met traanvocht
  • Dezelfde pH-waarde als traanvocht
  • Steriel
Ingrediënten:
  • PVA (polyvinylalcohol) en/of PVP (polyvinylpyrrolidon): hydrofiele en hydrofobe moleculen die water aantrekken.
  • Viscositeitsverhogende stoffen (methylcellulose, hydroxyethylcellulose): beschermen tegen vervuiling, verstevigen contact met de vinger en zorgen voor een comfortabel "stootkussen" bij het inzetten.
 

Slide 40 - Tekstslide

 Inzetvloeistof
De belangrijkste functie van een inzet vloeistof is  het hydrofiel maken van het lensoppervlak.
Je beoordeel de bevochtiging van de lenzen omdat de bevochtiging een indicatie is of het vloeistof systeem bij het materiaal past. 

Slide 41 - Tekstslide

 Hulpvloeistoffen
voor extra bevochtiging
bijvoorbeeld kunstmatig traanvocht
Combinatievloeistoffen
Voor een optimaal onderhoud zou je 3 verschillende vloeistoffen moeten hebben. In de praktijk wordt meestal een alles in een gebruikt.

Slide 42 - Tekstslide

Een no-rub vloeistof is niet voldoende om volledig te reinigen.
Intensief reinigen ? of sneller vervangen ?
 Hygiëne geldt voor zowel de lensdrager, de aanpasser als ook voor de aanpasruimte.

Slide 43 - Tekstslide

Lenshouder
- inert materiaal
- antibacteriële coating

Slide 44 - Tekstslide

Passets vereisen strenge hygiëne
Zijn zeldzaam geworden door blisterverpakkingen en snelle levering. 
CE-wetgeving:
Alle contactlensproducten moeten een CE-keurmerk hebben.
CE-wetgeving zorgt voor veilige en kwalitatief goede contactlenzen en vloeistoffen.

Contactlenzen en vloeistoffen zijn medische hulpmiddelen (invasief).
Indeling medische hulpmiddelen:
  • Klasse I: Laag risico (bv. brillen).
  • Klasse IIa: Gemiddeld risico (contactlenzen).
  • Klasse IIb: Gemiddeld risico (contactlensvloeistoffen).
  • Klasse III: Hoog risico (implantaten, lenzen langer dan 30 dagen gedragen).

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide