JCL lesbrief kopen en werken les 16

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma


bespreken3.30 tm 3.35
Uitleg indexcijfers
Opgaven maken bouwsteen 3.1 en 3.3
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je kunt een indexcijfer berekenen
... je kunt een procentuele verandering m.b.v indexcijfers berekenen
... je kunt uitleggen wat het effect is van het verleggen van het basisjaar
.. je kunt een nominaal en reëel rentebedrag berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Consumptief krediet 
Lening afsluiten voor het kopen van duurzame consumptiegoederen. 
  • Persoonlijke lening: je leent een vast bedrag voor een vaste periode. 
  • Doorlopend krediet: je leent een vast bedrag, je kunt dit tussentijds aflossen en tot dat bedrag weer opnemen. 
  • Salariskrediet: je kunt rood (negatief) staan op je rekening. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aankoop in termijnen
In sommige winkels kun je een aankoop in termijnen doen. Je kunt dan de betaling in delen voldoen. 

  • Koop op afbetaling: je moet betalen in termijnen, maar je bent wel direct eigenaar. 
  • Huurkoop: je moet betalen in termijnen, maar je bent pas eigenaar als je iedere euro hebt voldaan. 
  • Lease: je huurt een product en moet hiervoor maandelijks een bedrag betalen. 

Slide 7 - Tekstslide

Hypoheek vormen


Aflossingsvrije hypotheek
Bij een aflossingsvrije hypotheek wordt tijdens de looptijd alleen rente betaald; er wordt niet afgelost. Aan het eind van de looptijd is de schuld nog net zo hoog als aan het begin.
 





Slide 8 - Tekstslide

Hypoheek vormen

Spaarhypotheek
Een spaarhypotheek is een hypotheek waarbij je tijdens de looptijd niet aflost. Wel wordt er maandelijks een bedrag (de premie) op een spaarrekening gezet. Aan het einde van de looptijd moet het bedrag op die spaarrekening gelijk zijn aan het af te lossen bedrag.
 




Slide 9 - Tekstslide

Annuïteitenhypotheek
Lineaire hypotheek

Slide 10 - Tekstslide

Indexcijfer
  • verhoudingsgetallen
  • Het jaar waarmee je de andere gegevens vergelijkt is het basisjaar= 100.
  • vergelijkingsmaatstaf
  • M.b.v  een indexcijfer kun je beoordelen hoeveel iets is gestegen of met hoeveel iets is gedaald in verhouding met een bepaald jaar
  • Bedrijven gebruiken dit om bijvoorbeeld te meten hoe hard hun bedrijf groeit.

Slide 11 - Tekstslide

Indexcijfer verleggen basisjaar
  • aanpassen van basisjaar-> andere reeks indexcijfers
  • oorzaak? je deelt door een ander getal (basisjaar)

  • twee getallen binnen een reeks indexcijfers vergelijken?
  • indexcijfers geven procentuele verandering aan t.o.v. basisjaar
  • zijn dus geen procentuele verandering ten opzichte van elkaar
  • oplossing? nieuw-oud/oud x 100%

Slide 12 - Tekstslide

Indexcijfer formule
  • Indexcijfer:
  • nieuw getal : 
  • Voorbeeld:
  • Loon basisjaar: 2.000 euro
  • Loon nieuwe jaar: 2.500 euro
  • Wat is het indexcijfer?
  • Dit geeft aan dat zijn loon met 25% is gestegen. Dit is wel nominaal want er is geen rekening gehouden met inflatie 
basisjaarnieuwejaarx100
20002500x100=125

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Koopkrachtverandering
  • Hoe verandert nu de koopkracht van je loon?
  • Koopkracht= reëel rendement= RIC : 
  • Voorbeeld:
  • Loon basisjaar: 2.000 euro
  • Loon nieuwe jaar: 2.500 euro
  • prijzen zijn met 4% gestegen
  • Hoeveel is zijn koopkracht veranderd? RIC=
  • Dit geeft aan dat zijn loon met 25% is gestegen. maar door de prijsstijging van 4% kan hij slechts 20,19% meer kopen rekening gehouden met inflatie 
PICNICx100
104125x100=120,19

Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: bouwsteen 3.1
Maken:bouwsteen 3.1

Versnellers:
bouwsteen 3.2
Klaar?:
nakijken 3.30 tm 3.35
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je kunt een indexcijfer berekenen
... je kunt een procentuele verandering m.b.v indexcijfers berekenen
... je kunt uitleggen wat het effect is van het verleggen van het basisjaar
.. je kunt een nominaal en reëel rentebedrag berekenen

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.1 tm 3.3
maken opdracht bouwsteen 3.1
Pak je agenda!!

Slide 20 - Tekstslide

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 21 - Quizvraag

De nominale rente was 2,5% en in het basisjaar 2,3%. hoeveel bedraagt het indexcijfer?
A
92
B
109
C
108
D
192

Slide 22 - Quizvraag

De nominale rente was 2,5% en in het prijsindexcijfer 102%. hoeveel bedraagt het reële indexcijfer?
A
hatseflats geen idee
B
102,5
C
99,5
D
100,5

Slide 23 - Quizvraag

De nominale rente was 2,5% en in het prijsindexcijfer 112%. hoeveel bedraagt het reële indexcijfer?
A
110
B
90
C
91,5
D
100,5

Slide 24 - Quizvraag