Les 3_ BGER 3 _ Gedragsverandering

Les 3 - BGER 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beroepsgericht3MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - BGER 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Aanwezigheid
Leerdoelen
Terugblik quiz
Gedragsverandering 
Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel(en)
Je verduidelijkt hoe je mensen in de verschillende fasen van gedragsverandering van Balm (openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen en volhouden) kunt stimuleren

Slide 3 - Tekstslide

Voor wie is structuur nuttig?
A
Clienten
B
Kinderen
C
Iedereen
D
Ouderen

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de onderstaande antwoorden horen bij de voordelen die structuur biedt?
A
Betere nachtrust
B
Grote sociaal netwerk
C
Geen begeleiding nodig
D
Houvast, overzicht en veiligheid

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke cliënten zul je vaak outreachend moeten werken? Er zijn twee juiste antwoorden.
A
Bij cliënten die niet openstaan voor ondersteuning
B
Bij cliënten die steeds tegen hetzelfde probleem aanlopen
C
Bij cliënten die geen doe- vermogen hebben
D
Bij cliënten die graag willen dat ze begeleiding krijgen

Slide 6 - Quizvraag

Werken aan doelen
Willen cliënten hun doelen bereiken, dan is meestal gedragsverandering nodig. Jij stimuleert cliënten tot die gedragsverandering. Stimuleren betekent prikkelen, aanmoedigen, motiveren. Hoe je dat doet en welke doelen jullie precies nastreven, verschilt per cliënt. Een belangrijke factor is de fase van gedragsverandering waarin de cliënt zich bevindt.

Slide 7 - Tekstslide

Gedragsveranderingsmodel van Balm
Gedragsverandering kost energie en tijd. Het verloopt in verschillende fasen. Een bekend model hiervoor is het gedragsveranderingsmodel van Balm, dat gedragsverandering opdeelt in zes fasen. Deze fasen helpen je te begrijpen wat allemaal meespeelt bij een gedragsverandering en waarom dit soms maar niet lijkt te lukken. Per fase kun je met cliënten doelen formuleren en op een gerichte manier stimuleren.

Slide 8 - Tekstslide

Fase 1: Openstaan
Fase 2: Begrijpen
Fase 3: Willen
Fase 4: Kunnen
Fase 5: Doen
Fase 6: Volhouden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Fase 1: Openstaan
Allereerst moet iemand openstaan voor verandering. Dit is de basis voor de andere fasen. Een cliënt heeft bijvoorbeeld overgewicht en begint dit vervelend te vinden. Hij wil zich fitter voelen en minder onzeker zijn door regelmatiger en gezonder te gaan eten.
Fase 2: Begrijpen
Als iemand eenmaal openstaat voor de verandering, moet diegene inzicht krijgen in het nieuwe gedrag. De persoon moet aan zichzelf kunnen uitleggen wat het nieuwe gedrag inhoudt en hoe hij het kan uitvoeren. Je cliënt en jij verdiepen je in wat gezond eten en drinken inhoudt, wat je dagelijks nodig hebt en welke producten hij beter kan vermijden.

Slide 11 - Tekstslide

Fase 3: Willen
Omdat veranderen moeilijk is, is hiervoor motivatie nodig. Dit krijgt iemand door voor- en nadelen van het nieuwe gedrag af te wegen.

Fase 4: Kunnen
Soms staat iemand wel open om te veranderen, maar het ontbreekt hem simpelweg aan de benodigde vaardigheden. Er is een beperkt doe-vermogen. Dan ondersteun je in het aanleren van die vaardigheden. I

Slide 12 - Tekstslide

Fase 5: Doen
Als aan alle voorgaande voorwaarden is voldaan, dan kan iemand het gedrag daadwerkelijk gaan uitvoeren. Met de cliënt maak je een eetplan, dat hij blijvend denkt te kunnen volhouden en voortaan gaat volgen.

Fase 6: Volhouden
Het is de bedoeling dat de persoon het nieuwe gedrag ook volhoudt. Daarom bedenk je samen waarom hij kan terugvallen in oud gedrag en hoe hij daarop kan inspelen. Je stimuleert dat de gedragsverandering onderdeel blijft van het dagelijkse leven. t.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag/ huiswerk
Boek: Methodisch begeleiden
Hoofdstuk 9: Begeleidingsdoelen
4. Weten en begrijpen
Opdracht 4 fases van gedragsverandering 


Slide 15 - Tekstslide