EX2_Gevangendilemma, levensfasen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het gevangenendilemma is een belangrijk concept in de speltheorie. 
In speltheorie maken twee partijen een keuze tussen verschillende strategieën, die verschillende uitkomsten hebben. 
Er wordt gebruik gemaakt van modellen die aangeven wat de voordelen van iedere strategie zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Het gevangenendilemma is een voorbeeld van een simultaan spel.
Simultaan wil zeggen, dat twee partijen op hetzelfde moment hun keuze maken. De partijen weten niet wat voor keuze de andere partij maakt.

Slide 3 - Tekstslide

Het gevangenendilemma is een simultaan spel met twee kenmerken: 

1_Beide spelers hebben een dominante strategie.
2_Als beide partijen hun dominante strategie volgen, is de uitkomst niet optimaal.

Als een simultaan spel niet voldoet aan één van beide kenmerken, is er geen sprake van een gevangenendilemma.

Slide 4 - Tekstslide

Als een speler een dominante strategie heeft, wil dat zeggen, dat die speler het beste één bepaalde strategie kan kiezen, onafhankelijk van wat de andere speler kiest. 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:

Slide 6 - Tekstslide

Let bij het aflezen van een tabel in speltheorie op twee dingen:

1_De getallen links in een vakje gelden altijd voor de speler links in de tabel en de getallen rechts in een vakje gelden voor de speler boven in de tabel. In dit geval gelden de vetgedrukte getallen voor speler A.
    Kijk goed naar waar de getallen voor staan. In dit geval staan de getallen voor jaren gevangenisstraf en zoek je dus naar een zo laag mogelijk getal. Als het gaat om bijvoorbeeld euro’s winst zoek je naar een zo hoog mogelijk getal.

Slide 7 - Tekstslide

2_Kijk goed naar waar de getallen voor staan. In dit geval staan de getallen voor jaren gevangenisstraf en zoek je dus naar een zo laag mogelijk getal. Als het gaat om bijvoorbeeld euro’s winst zoek je naar een zo hoog mogelijk getal.

Slide 8 - Tekstslide

Als B kiest voor bekennen kan A twee dingen doen: ook bekennen of ontkennen. Als A kiest voor bekennen krijgt A 4 jaar gevangenisstraf. Bij ontkennen is dit 10 jaar. Bekennen is dan de betere optie.


Slide 9 - Tekstslide

Als B kiest voor ontkennen kan A dezelfde twee strategiën kiezen: bekennen of ontkennen. Als A kiest voor bekennen krijgt A 1 jaar gevangenisstraf en bij ontkennen 2 jaar. Bekennen is dan weer de beste strategie.

Slide 10 - Tekstslide

Levensfasen

Slide 11 - Tekstslide

CONSUMEREN, SPAREN, LENEN

Slide 12 - Tekstslide

SPAREN

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide