Je kunt een Nash-evenwicht in een opbrengstenmatrix bepalen met behulp van de best response-methode.
Je kunt het belang van informatie bij speltheorie binnen de economie uitleggen en je herkent het verschil tussen een simultaan en een sequentieel spel, een eenmalig en een herhaald spel en een coöperatief en een niet coöperatief spel.
Je kunt met behulp van de begrippen dominante strategie en individueel belang uitleggen waarom de uitkomst van een gevangenendilemma niet optimaal is.
Je kunt uitleggen wat een gevangenendilemma is en je kunt bij voorbeelden (aan de hand van de opbrengstenmatrix) herkennen of er wel of niet sprake is van een gevangenendilemma.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen § 1: speltheorie
Je kunt een Nash-evenwicht in een opbrengstenmatrix bepalen met behulp van de best response-methode.
Je kunt het belang van informatie bij speltheorie binnen de economie uitleggen en je herkent het verschil tussen een simultaan en een sequentieel spel, een eenmalig en een herhaald spel en een coöperatief en een niet coöperatief spel.
Je kunt met behulp van de begrippen dominante strategie en individueel belang uitleggen waarom de uitkomst van een gevangenendilemma niet optimaal is.
Je kunt uitleggen wat een gevangenendilemma is en je kunt bij voorbeelden (aan de hand van de opbrengstenmatrix) herkennen of er wel of niet sprake is van een gevangenendilemma.
Slide 1 - Tekstslide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
1.1 Speltheorie
Als je financiële keuzes moet maken, weeg je opbrengsten en
kosten (risico’s) af.
We gaan er vanuit dat iedereen op basis hiervan rationele
keuzes maakt…
… maar is dat ook zo?
Dit bestuderen we met speltheorie.
Speltheorie: Theorie over de manier waarop mensen beslissingen nemen, waarbij ze rekening houden met de mogelijk uitkomst van keuzes van anderen.
Slide 2 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Er zijn twee soorten spellen: 1. Simultaan spel (bekendste is het gevangenendilemma)
Prisoners’ dilemma: Een situatie of spel waarin een evenwicht ontstaat waarbij de uitkomst voor beide spelers niet optimaal is.
Slide 3 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Er zijn twee soorten spellen: 1. Simultaan spel (bekendste is het gevangenendilemma) 2. Sequentieel spel
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Korte uitleg van het 'prisoners’ dilemma:
Slide 5 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Dit zijn de spelvoorwaarden van een prisoners’ dilemma:
Slide 6 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Dit zijn de mogelijke uitkomsten het klassieke prisoners’ dilemma:
Slide 7 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 8 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 9 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 10 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Dominante strategie: De keuze die een partij maakt, ongeacht de keuze die de ander maakt.
Slide 11 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 12 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 13 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Slide 14 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Als beide spelers hun dominante strategie volgen en kiezen voor
hun individuele belang is de uitkomst: ‘bekennen, bekennen’
Individuele belang: Het vooropstellen van het eigen belang in een dilemma.
Slide 15 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.1 Speltheorie
Als beide spelers hun dominante strategie volgen en kiezen voor
hun individuele belang is de uitkomst: ‘bekennen, bekennen’
Dit is een niet-optimale uitkomst voor beide spelers
(optimaal zou zijn (1 jaar, 1 jaar)
Individuele belang: Het vooropstellen van het eigen belang in een dilemma.
Niet-optimale uitkomst: Een uitkomst in een gevangenendilemma die mogelijk voor beide spelers beter zou kunnen, maar niet tot stand komt.
Slide 16 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Aan de slag
Maak opgave 4 en 5 op pagina 18.
Slide 17 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.