6/10: spelling bn

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje, Nieuw Nederlands óf laptop
Laptops blijven nog dicht
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje, Nieuw Nederlands óf laptop
Laptops blijven nog dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Planning en opmerkingen
Spelling: bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Planning en opmerkingen
  • So is nagekeken, vanmiddag na 16:15 kan ik de cijfers invoeren > volgende week bespreken we het
  • Volgende so = grammatica, spelling en formuleren
  • Voor de vakantie een leesboek gekozen en geleend!
  • Volgende week les 1: (herhalen) grammatica + so bespreken
  • Volgende week les 2: boek gekozen en mee naar de les, uitleg fictiedossier & herhalen grammatica (?)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de korte en lange vorm van bijvoeglijk naamwoorden spellen;
  • Je kunt stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden spellen;

Slide 4 - Tekstslide

Even opfrissen
  • Wat is ook alweer een bijvoeglijk naamwoord?
  • Kijk eens naar de voorbeelden. Welke eigenschappen/ kenmerken kan een bn hebben? (dus hoe 'doet' een bn?)
  1. In mijn kamer staat een klein kastje.
  2. Ik zie het rode kastje.
  3. Het kastje is rood.
  4. Ik wil een shirt kopen. Zal ik een zwarte of een witte doen?

Slide 5 - Tekstslide

Spelling bijvoeglijk naamwoord
  • De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm en een lange vorm (met een e): 
  • klein en kleine; zwak en zwakke; lief en lieve.
  • Je zegt: De wind is zwak. Er staat een zwakke wind. 

Slide 6 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bn
  1. Zet een e achter het woord: mooi → mooie; flink → flinke.
  2. Verdubbel de laatste letter en zet een e achter het woord
    smal → smalle; knap → knappe.
  3. Haal een a, e, o of u weg en zet een e achter het woord
    groot → grote; puur → pure. (waarom niet laten staan?)
  4. Verander een f in een v of een s in een zen zet een e achter het woord
    lief → lieve; wijs → wijze.
  5. Combineer manier 3 en 4: gaaf → gave; zinloos → zinloze. 

Slide 7 - Tekstslide

Trema
  • Sommige bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met een trema:
    officieel → officiële; commercieel → commerciële. 
  • Hiermee geef je aan: bij die klinker begint een nieuwe lettergreep begint. 
  • Waarom?
  • Voor de uitspraak!

Slide 8 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zeggen van welk materiaal (welke stof) iets is gemaakt
  • katoen blouse - katoene blouse < klopt dit?
  • Ze hebben maar één vorm en eindigen meestal op -en:
  • een granieten vloer, een katoenen blouse
  • Maar niet altijd: een plastic beker 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
  • Nieuw Nederlands, Hoofdstuk 7.2
  • Blz. 246
  • Opdracht 1, 2 en 4 t/m 6
  • Opdr. 4: kijk naar de regels in het groene theorieblok
  • Eerst 10 min. in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen
  • We kijken de volgende les na
  • Klaar? Even tijd voor jezelf

Slide 10 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Plenda donderdag 12/10: 
  • Ne / m / NN 7.2 opdr. 1, 2, 4, 5, 6 
  • Plenda vrijdag 13/10:
  • Ne / boek uitgekozen + meenemen
  • Volgende week les 1: (herhalen) grammatica + so bespreken
  • Volgende week les 2: boek gekozen en mee naar de les, uitleg fictiedossier & herhalen grammatica (?)

Slide 11 - Tekstslide