Adjectives and adverbs

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns

Slide 1 - Tekstslide

Take out your books and start reading, please 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

By the end of this lesson, you...
...know how to use adjectives and adverbs in English sentences.
...know the difference between adjectives and adverbs. 
...have worked on your weektask. 

Slide 3 - Tekstslide

Adverbs + adjectives

Slide 4 - Tekstslide

Adverbs + adjectives

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives: gebruik
She is happy
That dog is cute
He is wearing a nice outfit. 

When do you use an adjective?

Slide 6 - Tekstslide

Adjectives: gebruik
She is happy
That dog is cute
He is wearing a nice outfit. 

When do you use an adjective?
-> Je gebruikt een 'adjective' om meer 
informatie te geven over een zst. naamwoord. 
NL = bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Adjectives: gebruik
She is happy
That dog is cute
He is wearing a nice outfit. 

Stel de 'what'-vraag:
What is she? happy. 

Slide 8 - Tekstslide

Adjectives: gebruik
She is happy
That dog is cute
He is wearing a nice outfit. 

Stel de 'what'-vraag:
What is she? happy. 
What is the dog? cute. 
What is the outfit he is wearing? nice.

Slide 9 - Tekstslide

Make a sentence with the following words:
game - he - awesome

Slide 10 - Open vraag

Make a sentence with the following words:
book - she - sad

Slide 11 - Open vraag

Adverbs + adjectives

Slide 12 - Tekstslide

Adverb: gebruik
She paints beautifully
Meghan's is always late. 
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly

Wat is een adverb?
Een adverb zegt iets over hoe iets gebeurt. 
(NL = bijwoord)

Slide 13 - Tekstslide

Adverb: gebruik
She paints beautifully.  -> zegt iets over een werkwoord (paint)
Meghan's is always late. 
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly. 

Wat is een adverb?
Een adverb zegt iets over hoe iets gebeurt. 
(NL = bijwoord)

Slide 14 - Tekstslide

Adverb: gebruik
She paints beautifully.  -> zegt iets over een werkwoord (paint)
Meghan's is always late
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly. 

Wat is een adverb?
Een adverb zegt iets over hoe iets gebeurt. 
(NL = bijwoord)

 -> zegt iets over een 
bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Slide 15 - Tekstslide

Adverb: gebruik
She paints beautifully.  -> zegt iets over een werkwoord (paint)
Meghan's is always late
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly. -> zegt iets over een ander bijwoord

Wat is een adverb?
Een adverb zegt iets over hoe iets gebeurt. Vraag de 'how'-vraag.
(NL = bijwoord)

 -> zegt iets over een 
bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Slide 16 - Tekstslide

Adverb: vorm
She paints beautifully.
Meghan's is always late. 
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly. 

Hoe maak je een adverb?
Regelmatig: Bijvoegelijk naamwoord + ly


Slide 17 - Tekstslide

Adverb: vorm
She paints beautifully.
Meghan's is always late. 
He is an extremely terrible cook. 
He cooks extremely terribly. 

Hoe maak je een adverb?
Regelmatig: Bijvoegelijk naamwoord + ly
Onregelmatig? 


Slide 18 - Tekstslide

Adverbs: onregelmatig

Slide 19 - Tekstslide

She calls him ....
A
quick
B
quickly

Slide 20 - Quizvraag

That actor acts very ... (dramatic)
A
dramatic
B
dramaticlly
C
dramatically
D
dramaticilly

Slide 21 - Quizvraag

Over to you...
Work on your week task!

Slide 22 - Tekstslide