Les 1. Feedback beoordelen en geven

Feedback 
Feedback geven en ontvangen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Feedback 
Feedback geven en ontvangen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel en planning
Lesdoel: aan het einde van de les heb je tips gekregen over hoe je feedback kunt geven en ontvangen. 

Lesplanning:
- uitleg doel van de les
- uitleg fictieopdracht
- Kijk- en luisteroefening feedback
- Theorie toepassen met oefeningen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat komt er bij je op
bij het woord 'feedback'?

Slide 3 - Woordweb

Feedback 

Slide 4 - Tekstslide

Op het plaatje staat: 'Feedback is een cadeau'. Wat wordt daarmee bedoeld, denk je?

Slide 5 - Open vraag

Waarom deze les?
  • Fictieopdracht - uitleg Pecha Kucha 
  • Fictieopdracht staat in SOMtoday-app 
  • Feedback van klasgenoten - wordt meegenomen in beoordeling

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Vind je dat Anouk haar commentaar op een goede manier verwoordt? Waarom wel/niet?

Slide 8 - Open vraag

Soorten feedback
  • Positieve feedback

  • Negatieve feedback 

Slide 9 - Tekstslide

Positieve feedback

  •  feedback op gedrag dat  nuttig/prettig/effectief is;
  • Compliment
  • Doel: positieve gedrag in stand houden / vaker laten zien.

"Ik vind het fijn om te zien dat je je best doet om de opdracht op tijd af te krijgen."
Negatieve feedback 

  • feedback op gedrag dat ongewenst/ineffectief/
    onprettig is;
  • Doel: gedrag aanpassen/verminderen

"De Wifi doet het niet goed, waardoor ik niet goed kan werken. Ik zou graag een oplossing willen zien."

Slide 10 - Tekstslide

Feedback of commentaar?
'Wat een slechte toespraak’

Dit is een voorbeeld van commentaar. Het is een oordeel, niet bedoeld om iets te veranderen. Bij het geven en ontvangen van feedback is altijd de intentie aanwezig dat er iets ten positieve kan worden veranderd of in stand kan worden gehouden.

Slide 11 - Tekstslide

"Wat werk jij toch slordig!"
"Ik ben blij hoe wij dit hebben aangepakt!"
"Denk jij alleen maar aan jezelf als je koffie haalt?"
"Ben je nu weer te laat?"
"Ik vind de manier waarop jij met mij omgaat, heel fijn."

“Het lijkt alsof je telefoon interessanter is dan ons gesprek.”
Positieve feedback
Negatieve feedback
Commentaar

Slide 12 - Sleepvraag

Wat valt je op aan de manier waarop positieve feedback is geformuleerd?

Slide 13 - Open vraag

Feedback formuleren
  1. Beschrijf veranderbaar gedrag  (feedback op gedrag, niet op persoon)
  2. Gebruik geen woorden als nooit/altijd/over.
  3. Gebruik de ik-boodschap (jij-boodschap is aanvallend!)
  4. .Geef aan welk effect het gedrag van de ander op je heeft
  5. Vraag om gewenst gedrag



Slide 14 - Tekstslide

Jij-boodschap

"Jij praat echt te hard!"



"Jij begint altijd over iets anders." 
Ik-boodschap

"Ik kan mij niet concentreren als je hard praat. Kun je wat zachter spreken?"

"Ik vind het lastig om het over zoveel verschillende dingen te hebben, kunnen we het kaderen?"

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zou jij deze uitspraak formuleren als feedback?
"Jij geeft nog steeds geen antwoord op mijn vraag."

Slide 16 - Open vraag

Feedback ontvangen 
  • Het is geen persoonlijke aanval. Het is gericht op  je gedrag, niet op jou als persoon. 
  • Geef aan of je herkent wat er gezegd wordt
  • Vraag naar de bedoeling als iets niet duidelijk is, je hoeft jezelf niet te verdedigen 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht maken 
  • Ga aan de slag met opdracht 2 op blz. 23
  • 10 minuten de tijd
  • Denk aan de tips wat we net hebben besproken 
  • Gebruik de theorie op blz. 22 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 23 bespreken
1 De moeder ziet dat Elias zijn kamer niet heeft opgeruimd.
2 Ze denkt dat hij lui is en dat hij geen rekening met haar houdt.
3 Het effect van Elias’ gedrag is dat zijn moeder alsnog zijn kamer moet opruimen voor zij kan stofzuigen en dat ze boos op hem wordt.
4 Ze zou hem als tip kunnen geven zijn spullen een vaste plek te geven of elke dag even op te ruimen, zodat het niet zo’n bende wordt.


Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 23 bespreken
5 Hij merkt dat zijn moeder boos op hem is en hij hoort haar verwijt dat hij lui is en geen rekening met haar houdt.
6 Hij ziet het als een aanval, want hij schiet in de verdediging.
7 Hij vindt het vervelend dat ze boos is.
8 eigen antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Wat neem je mee na deze les?

Slide 22 - Open vraag