Klas 4 thema 4.1 Planten

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4.1 Planten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van bladeren en het belang hiervan voor de fotosynthese beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

De fotosynthese kunnen uitleggen:


  • welke stoffen bij fotosynthese gebruikt worden.
  • welke stoffen bij fotosynthese ontstaan.
  • waar de fotosynthese plaatsvindt.
  • wanneer fotosynthese plaatsvindt.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bij fotosynthese wordt door de plant nieuwe zuurstof en glucose gemaakt.

Functie van bladeren: Fotosynthese

Slide 6 - Tekstslide

Fotosynthese
Schrijf dit in je schrift!

Slide 7 - Tekstslide

Bladeren met bladgroenkorrels
huidmondjes voor fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Vaatbundels
In een stengel zitten lange dunne buisjes, vaten. Groepjes vaten bij elkaar noem je een: vaatbundel .

Vaatbundels beginnen in wortels -> dan naar de stengels -> dan door de bladeren

Vaatbundels zorgen voor: vervoer van voedingsstoffen en water

Slide 9 - Tekstslide

KRUIDACHTIGE PLANT 
* stevig door water in vacuole wat tegen celwand aandrukt

Slide 10 - Tekstslide

Stevigheid door turgor

Slide 11 - Tekstslide

stevigheid door water

Slide 12 - Tekstslide

Huidmondjes
  • Om uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide mogelijk te maken zitten er kleine openingen in de opperhuid van de bladeren.
  • Deze huidmondjes kunnen open en dicht gedaan worden
  • Als ze altijd open zouden staan zou de plant te veel water kunnen verliezen
  • Achter de huidmondjes zit sponsachtig weefsel waardoor veel cellen in contact komen met de binnengelaten lucht
  • De twee cellen van een huidmondje hebben bladgroen waarmee ze glucose maken die nodig is voor de enrgie voor het openen en sluiten
Een huidmondje bestaat uit twee sluitcellen.
1
De cellen uit het sponsweefsel wisselen zuurstof en koolstofdioxide uit met de lucht
2

Slide 13 - Tekstslide

Basisstof 2 Wortels en stengels
Leerdoelen:
  • Je kunt in afbeeldingen vaatbundels, houtvaten en bastvaten benoemen en je kunt de functie van deze delen beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen
  • Je kunt beschrijven hoe opname en transport van water en mineralen bij planten plaatsvinden en je kunt het belang hiervan beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vervoer van stoffen via de Vaatbundels.
Vaatbundels bestaan uit:
-Houtvaten: binnenkant, omhoog, water en mineralen

-Bastvaten: buitenkant, blad naar alle andere delen, water en glucose

Slide 16 - Tekstslide

Ontstaan van houtvaten en bastvaten 

Slide 17 - Tekstslide

Transport planten
1) Houtvaten
  •  vervoeren water en mineralen 
 2) Bastvaten
  • vervoeren glucose

Slide 18 - Tekstslide

Houtvaten:

- Ligging in de bladeren aan de bovenzijde

- Ligging in wortel en stengel aan de binnenkant

- Transport van water en mineralen

- Transport van wortel naar blad

Bastvaten:

- Ligging in de bladeren aan de onderzijde

- Ligging in wortel en stengel aan de buitenkant

- Transport van water en assimilatieproducten

- Transport van blad naar alle delen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

stevigheid door water ( vacuole)
stevigheid door houtvaten (dikke celwanden en cellulose)
stevigheid door vezels ( rondom vaatbundels)
Hoe krijgt een plant stevigheid? 

Slide 21 - Tekstslide

Basis 3 Fotosynthese en verbranding
Leerdoelen:
  • Je kunt stoffen indelen in organische stoffen en anorganische stoffen.
  • Je kunt de processen van fotosynthese en verbranding bij organismen beschrijven.
  • Je kunt uit proefopstellingen met organismen in afgesloten ruimten afleiden hoe het gehalte aan zuurstof en koolstofdioxide in die ruimte verandert.

Slide 22 - Tekstslide

Organische en anorganische stoffen
Stoffen in de natuur zijn te verdelen in organische en anorganische stoffen.

Slide 23 - Tekstslide

Verschil organische en anorganische stoffen
 
Organische stoffen zijn altijd door een organisme gemaakt: 
bijv. koolhydraten, vetten, eiwitten. 
Anorganische stoffen komen in de natuur en in organismen voor: bijv. water, mineralen, zuurstof en koolstofdioxide. 

Slide 24 - Tekstslide

Kringloop van verbranding en fotosynthese
Vraag:
Benoem de organische en anorganische stoffen. Wat valt op?

Slide 25 - Tekstslide

Geef de reactievergelijking van de fotosynthese.

Slide 26 - Open vraag

Geef de reactievergelijking van de verbranding van glucose

Slide 27 - Open vraag

Basisstof 4 Glucose als grondstof
Leerdoel:
Je kunt de assimilatie bij planten beschrijven.

Slide 28 - Tekstslide

De vorming van organische stoffen door assimilatie

Slide 29 - Tekstslide

De functies van assimilatieproducten
  • Als brandstof
  • Als bouwstof
  • Als reservestof:

Slide 30 - Tekstslide