Grammatica hoofdstuk 6: redekundig ontleden

Grammatica


redekundig ontleden

Doel: je leert de verschillende zinsdelen in een zin herkennen. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Grammatica


redekundig ontleden

Doel: je leert de verschillende zinsdelen in een zin herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet wat redekundig ontleden is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

De persoonsvorm in een zin is altijd een
A
werkwoord
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quizvraag

Het onderwerp in een zin gaat over
A
iemand of iets die iets ondergaat
B
altijd over een persoon
C
wat iemand of iets doet
D
geen idee

Slide 4 - Quizvraag

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit
A
persoonsvorm + onderwerp
B
werkwoord + bijvoeglijk naamwoord
C
onderwerp + lijdend voorwerp
D
alle werkwoorden in de zin

Slide 5 - Quizvraag

Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen:
A
wie of wat?
B
wie of wat + persoonsvorm
C
wie of wat + persoonsvorm + onderwerp
D
Wie of wat + persoonsvorm + werkwoordelijk gezegde

Slide 6 - Quizvraag

Het meewerkend voorwerp zit altijd in een zin
A
juist
B
onjuist
C
geen idee

Slide 7 - Quizvraag

Welke bijwoordelijke bepalingen ken je?

Slide 8 - Woordweb

een voorzetselvoorwerp kun je herkennen aan (meerdere antwoorden mogelijk):
A
het gezegde met een vast voorzetsel
B
een onderwerp met een vast voorzetsel
C
het voorzetsel kun je niet weglaten
D
het voorzetselvoorwerp kun je niet vervangen

Slide 9 - Quizvraag

Oefenen
We oefenen met 1 zin. Lees de zin goed en beantwoord daarna de vragen.

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

Slide 10 - Tekstslide

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

De persoonsvorm is:
A
aangescherpt
B
werd
C
het Nederlands record
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

Het onderwerp is:
A
Donderdag
B
werd
C
het Nederlandse record
D
geen idee

Slide 12 - Quizvraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

Het werkwoordelijk gezegde is:

Slide 13 - Open vraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

In deze zin staat een lijdend voorwerp.
A
juist
B
onjuist
C
geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 15 - Open vraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

In deze zin staat een meewerkend voorwerp.
A
juist
B
onjuist
C
geen idee

Slide 16 - Quizvraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

In deze zin staat een voorzetselvoorwerp.
A
juist
B
onjuist
C
geen idee

Slide 17 - Quizvraag

Donderdag werd het Nederlands record kogelslingeren aangescherpt.

Het bijwoordelijke bepaling in deze zin is:
A
Nederlands
B
donderdag
C
kogelslingeren
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Ik weet wat redekundig ontleden is en ik kan hiermee aan het werk
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Extra informatie
* In de les; weekplanning week 7 en 8
* Boek: blz. 186 - 195

Slide 20 - Tekstslide