11.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen, 11.3 Voeding en leefstijl

11.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
11.3 Voeding en leefstijl 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

11.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
11.3 Voeding en leefstijl 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
11.2.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
11.2.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.
11.3.1 Je kunt met behulp van de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding en leefstijl geven.
11.3.2 Je kunt factoren noemen die van invloed zijn op het energieverbruik van organismen.

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsmiddel
Alles wat je eet en drinkt

In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen, hieruit haal je je energie

Slide 3 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk ?
Plantaardig of dierlijk ?

Slide 4 - Tekstslide

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 5 - Tekstslide

Brandstoffen
Leveren energie
In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats, hiervoor zijn brandstoffen nodig die energie leveren.

Brandstoffen zijn nodig voor: energie

Slide 6 - Tekstslide

Bouwstoffen
Zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel

Als je ene wond hebt worden er nieuwe cellen gemaakt om de wond te dichten

Je lichaam maakt dus nieuwe cellen en weefsels aan

Slide 7 - Tekstslide

Reservestof
Zijn stoffen die je lichaam niet direct nodig heeft, ze worden opgeslagen in je lichaam

Later kan je lichaam ze gebruiken als bouwstof of brandstof

Slide 8 - Tekstslide

Beschermende stoffen

Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsvezels (of vezels)
Is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam NIET kan verteren 
Zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen 

Ze zorgen voor een verzadigd gevoel
Nodig voor een goede darmontwikkeling

Slide 10 - Tekstslide

De 6 groepen voedingsstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen, zijn nodig voor vorming van celplasma

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)

Slide 12 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. 

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)


Wat zijn koolhydraten:
Suikers (glucose), zetmeel, voedingsvezels en glycogeen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vetten
Vetten zijn een brandstof en bouwstof. 
Teveel--> opgeslagen als reservestof (Onderhuidse vetlaag)

Onverzadigde vetten: gezond (vaak in planten)
Verzadigde vetten: ongezond (vaak in dieren), krijg je meer vet van

Slide 14 - Tekstslide

- Water
Groot deel van je lichaam is water. Wel 60%!!

Belangrijk voor bloed, 
verbranding en vervoeren 
van stoffen in lichaam.

Slide 15 - Tekstslide

Mineralen
-Bouwstoffen, beschermende stoffen

Zout is ook een mineraal
- Magnesium
- Calcium 

Slide 16 - Tekstslide

Vitamines
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Vitamines worden aangegeven met letters: vitamine A, B,  C, D en K zijn de bekendste
  • Vitamine A is voor de huid, vitamine D voor stevigheid van je botten
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek
  • In gezond eten zitten alle vitamines  mooi verdeeld

Slide 17 - Tekstslide

Indicator

Een voedingsmiddel kun je aantonen met een indicator.
Joodoplossing is de indicator voor zetmeel.

Zetmeel wordt blauw/paars als er joodoplossing op komt.
Hierna een filmpje van hoe dat werkt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Schijf van vijf
Adviezen voor gezond eten
Groen: vooral vitaminen
Geel: vooral vetten
Roze: vooral eiwitten
Oranje: vooral koolhydraten
Blauw: vooral water

Hoe groter de vak hoe meer je ervan moet hebben

Slide 20 - Tekstslide

Energieverbruik in je lichaam
Het is belangrijk dat je genoeg eet en drinkt want je verbrand altijd zelfs als je niks doet!
= Grondstofwisseling

Afhankelijk van bouw, lengte, gewicht en temp van de omgeving

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel moet je eten en drinken?
Hoeveel je moet eten en drinken is dus 
afhankelijk van de factoren:
  • leeftijd 
  • gewicht
  • lengte 
  • omgevingstemperatuur 
  • hoeveel je beweegt

De adviezen in de tabel hiernaast zijn dan ook 
richtlijnen en hoeven voor jou niet te kloppen.
Misschien heb je meer nodig en misschien ook minder.

Slide 22 - Tekstslide

Gewicht
Hoe meer je eet, hoe meer je gewicht toeneemt
Bij iedereen heeft gewicht te maken met erfelijke eigenschappen


Als je wil afvallen kun je het beste je leefstijl aanpassen
Wat zou je kunnen doen?

Slide 23 - Tekstslide

Thuiswerken aan 11.2 en 11.3  (Boek B)

11.2 opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 7 (8+)
11.3 opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 7, en 8+




Slide 24 - Tekstslide