Les 2 Taaltoets

Les 2 Taaltoets
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2 Taaltoets

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leest verder in Jongen op de berg

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen: Jongen op de berg (30 min)
- Uitleg spelling (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)

Slide 3 - Tekstslide

H2

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 Reader
WOI = 1914-1918 -> La grande guerre
De geallieerden (VK, Fr, Ru, vanaf 1915 It) - De centralen (Du -OoHo)
70 miljoen militairen, 9 miljoen dood (of 17-20? dat is onduidelijk), 21 miljoen gewond.
Einde Vrede van Versailles. De Duitsers voelden zich vernederd hierdoor.
Joffre was een Franse militair, sinds de slag aan de Marne in 1914 heel populair. In 1916 bij Verdun en de Somme waren de verliezen dramatisch en dat betekende de val van Joffre. Later wel benoemd tot maarschalk.

Slide 5 - Tekstslide

Taaltoets
1.9 Leestekens
2.9 Werkwoordspelling: PVTT, PVVT en spelling Engelse werkwoorden
3.9 Voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Dit geldt ook voor 
- lastige werkwoorden
- Engelse werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Stap 1
Is het wel of geen persoonsvorm?

Hoe bepaal je dit?

Uitgangspunt = ik-vorm
Maar voor xkofschip-regel kijk je naar de stam!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leestekens
1. Aan het einde van de zin zet je een punt, vraag- of uitroepteken.
2. Waar plaats je een komma? 
3. Wanneer gebruik je een dubbele punt?
4. Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
5. Wanneer gebruik je een puntkomma?

Slide 13 - Tekstslide

Wel of geen punt
Blz 78 doornemen

En alle andere tekstblokjes 

Alles leren!

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdletters
Gebruik je:
1. Aan het begin van de zin.
2. Aan het begin van een citaat.
3. Bij eigennamen (van personen, straten, talen, aardrijkskundige namen (en afleidingen hiervan) en merken).
4. Feestdagen (maar niet de afleidingen daarvan)

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk: 
Talent 2.9 opdracht 3 en 6 (blz. 156-157)
Talent 3.9 opdracht 4 en 5 (

Slide 16 - Tekstslide