Zorg P3.1

Beperkingen bij kinderen en jongeren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beperkingen bij kinderen en jongeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk boek gaan we gebruiken?
Traject Welzijn: Gezondheid en omgeving
Module3
Hoofdstukken 1, 2 & 3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Student kan de definitie van begrippen ‘beperking’ ‘stoornis’ en‘handicap’ benoemen
  • Student kan verschillende vormen van beperkingen, stoornissen en handicaps benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord stoornis voor jou ?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie stoornis
Van een stoornis is sprake wanneer een orgaan of orgaanstelsel afwijkingen vertoont of beschadigd is of een lichaamsfunctie ontbreekt, en leeftijd niet de oorzaak daarvan is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsel
  • 11 stuks
  • Een eigen functie hebben
  • Ze werken samen en beïnvloeden elkaar, zodat het lichaam goed kan werken en je gezond blijft
  • Die samenwerkende organen noem je een orgaanstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het syndroom van Down, ook wel bekend als trisomie 21, is een aangeboren chromosoomafwijking. Mensen met dit syndroom hebben drie exemplaren van chromosoom 21 in plaats van de gebruikelijke twee. Dit leidt tot een aantal kenmerkende fysieke en cognitieve eigenschappen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ernstig, tijdelijk, vooruitzichten, continu
  • Is de stoornis ernstig (bijvoorbeeld blindheid) of licht (bijvoorbeeld een beetje slechtziend)?
  • Is de stoornis tijdelijk (bijvoorbeeld longontsteking) of blijvend (bijvoorbeeld astma)?
  • Is de stoornis continu aanwezig (bijvoorbeeld verstandelijke beperking) of treedt deze af en toe op (zoals bij epilepsie of de aanvallen van benauwdheid bij astma)?
  • Hoe zijn de vooruitzichten? Blijft de stoornis stabiel (bijvoorbeeld amputatie onderbeen), verergert deze stapje voor stapje (bv de spierziekte van Duchenne) of is verbetering mogelijk (bv dyslexie of lichamelijke conditie na hartinfarct)?



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duchenne dystrofie
  • Spierziekte 
  • Steeds minder sterk 
  • Missen een stofje (het eiwit dystrofine) 
  • Erfelijk
  • Nagenoeg alleen jongens
  • Lagere levensverwachting

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragiele X syndroom (FXS)
  • Zeldzame erfelijke aandoening
  • Meest voorkomende erfelijke oorzaak van een verstandelijke beperking (m/v)
  • Waarbij de mannen in de regel ernstiger zijn aangedaan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
  • Bij de geboorte zie je niets
  • Soms groter oren, langer gezicht en kin
  • Vaak oorontstekingen
  • Kunnen handen en polsen verder strekken dan normaal
  • Langer tijd nodig om te leren staan, lopen en praten
  • Meestal heeft het moeite met leren en een milde tot ernstige verstandelijke beperking
  • Sommigen hebben kenmerken van autisme

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord beperking voor jou?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie beperkingen

Een beperking is een moeilijkheid of onmogelijkheid om bepaalde gangbare menselijke activiteiten uit te voeren

Slide 13 - Tekstslide

Er zijn heel veel verschillende beperkingen. Als een jongere niet kan lopen, heeft hij een beperking. Een kind dat niet kan horen of lezen ook. Beperkingen kunnen lichamelijk maar ook verstandelijk zijn. Iemand met een verstandelijke beperking heeft er bijvoorbeeld moeite mee om situaties te overzien of beslissingen te nemen.
Een beperking is geen ziekte. Iemand die ziek is heeft meestal pijn, voelt zich beroerd. Iemand met een beperking voelt zich over het algemeen prima. Een ziekte is bovendien meestal tijdelijk, met uitzondering van chronische ziekten. Iemand met een chronische ziekte heeft dus wel een beperking.
Oorzaken van niet-aangeboren beperkingen zijn

  • Hersen(vlies)ontsteking
  • Kanker 
  • Ongeval, bijvoorbeeld verdrinking of een verkeersongeval
  • Ouderdom
  • Geweld of ernstige mishandeling
  • Langdurige ernstige ondervoeding




Medicijngebruik tijdens de zwangerschap kan een niet-aangeboren beperking veroorzaken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie handicap

Bij een handicap is er sprake van een verlies van mogelijkheden om op gangbare wijze deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we vandaag bereikt?
  • Student heeft zicht op de toetsvorm; kennistoets ‘Kinderziekten’
  • Student kent de definitie van begrippen ‘beperking’ ‘stoornis’ en ‘handicap’ 
  • Student kan verschillende vormen van beperkingen, stoornissen en handicaps benoemen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik 
Traject Welzijn: Gezondheid en omgeving
 Module 3, 2.1 (blz 153)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies