Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voornaamwoorden, voegwoord en voorzetsel
Woordsoorten
voornaamwoorden
voegwoorden
voorzetsels
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
100 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordsoorten
voornaamwoorden
voegwoorden
voorzetsels
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Welke woordsoorten kwamen de vorige lessen voorbij?
Vragen huiswerk?
Slide 2 - Tekstslide
Jesse wil een groot, granieten aanrechtblad aanschaffen.
Slide 3 - Tekstslide
Aan het einde van deze les...
herken je het aanwijzend voornaamwoord, voegwoorden en voorzetsels
Slide 4 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord duidt iemand of iets aan:
We
moeten het verslag vandaag inleveren, maar
ik
heb het nog niet af.
Slide 5 - Tekstslide
Heb jij mijn jas ergens gezien?
Slide 6 - Tekstslide
Hij heeft de stoel gerepareerd.
Slide 7 - Tekstslide
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is en staat voor het bezit:
Franka heeft
haar
gereedschap in
jouw
bus laten liggen.
Onze
secretaresse heeft gister
uw
contract opgesteld.
Wanneer gaat
jullie
voorstelling in première?
Slide 8 - Tekstslide
Het aanwijzend voornaamwoord verwijst naar iets:
deze, die, dat, dit, zulk(e), zo'n, dergelijke
.
de-woord > gebruik deze en die: de auto - die auto
het-woord > gebuik dit en dat: het filiaal - dit filiaal
meervoud >gebruik altijd deze en die: het huis - deze huizen.
Slide 9 - Tekstslide
Mijn vriendin Anna en ik zijn deze maand een webwinkel in trendy, plastic serviesgoed gestart.
Slide 10 - Tekstslide
Voegwoord
Slide 11 - Tekstslide
Mariska doet de inkoop en ik regel de verkoop.
Issam regelt extra personeel, want het wordt druk morgen.
Vanmiddag gaat Cor naar de groothandel, omdat de voorraden bijna op zijn.
Aangezien er regen is voorspel, kun je de zonwering beter omhoog doen.
Slide 12 - Tekstslide
voorzetsels
Slide 13 - Tekstslide
Benoem de voorzetsels.
Op de kast in de kamer ligt een klein doosje.
Onder dat doosje ligt een briefje.
Op het briefje staat een boodschap.
Ga vandaag naar de supermarkt.
Mama legt briefjes altijd op vreemde plekken.
Dan kan ik ze gedurende de dag toch niet
vinden?
Slide 14 - Tekstslide
Hoewel mijn stage binnen dat bedrijf kort duurde, was het een boeiende periode.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Aan de slag
Nu Nederlands -> Taalverzorging -> 1.1. Woordsoorten
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Aanwijzend vnm voegwoorden en vz
September 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordsoorten les 2
Augustus 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Sp & Gr H.1 2F
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Woordsoorten 1.3 en 1.4
September 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordsoorten 1.3 en 1.4
Januari 2023
- Les met
43 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordsoorten 2
Februari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesw. 03-04 Woordsoorten: aanwijzend voornaamwoorden, voegwoorden
Mei 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Ontdek de wereld van Nederlandse taal
Juni 2024
- Les met
19 slides