Theme 6 lesson 6

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

WELCOME (back)!

Eerst maar even herhalen.

Ik ben benieuwd wat jullie nog weten!!

Gebiedende wijs...(Imperative)

gebiedende wijs:

Weet je nog: 

het hele werkwoord zonder to

bv. Turn left, read the stones

ALs je zegt dat iemand iets NIET moet doen: don't + hele werkwoord 

bv. Don't travel by bus

Write in English :
Ga weg!

Write in English :
Lees dit boek!

Write in Enlish :
Ga zitten!

Write in English :
Apen niet voeren!

Write in English:
Doe je huiswerk!

Write in English :
Niet vergeten!

EVEN HERHALEN

woordjes en zinnetjes

Vertaal: waarderen

Vertaal: routebeschrijving

Vertaal: gids

Vertaal: burgemeester

Wat is de juiste vertaling van
pedestrian

1. rotonde
2. oversteekplaats
3. voetganger
4. warenhuis

Wat is de juiste vertaling van
opposite

1. herkennen
2. tegenover
3. onderneming
4. naast

Vertaal in het Engels:
Laten we bij de Pizza Express eten.

Vertaal in het Engels:
Ik zou graag willen maar ik moet huiswerk maken.

NIEUWE GRAMMATICA:

page 95 Texbook grammar 18

Future (toekomst) met to be going to.

( Let op: to be  = I am, you are, he is, we are, you are, they are)

to be going to

Je gebruikt in de zin  een vorm van to be en daar plak je going to achteraan. 

I am going to swim. He is going to run. They are going to sing.

to be going to

Het laatste belangrijke stukje is het hele werkwoord dat achter to be going to aan komt. Kijk in de voorbeelden naar het gekleurde woord.

I am going to run.

He is going to sleep.

They are going to dance.

Let op: Het hele werkwoord komt altijd bij de zin in! Zonder heel werkwoord is je zin niet compleet.

Niet in de zin zetten

Je moet ook ontkenningen kunnen maken, dus een zin met het woord not erin verwerkt. Hoe doe je dat dan?

to be going to: am/is/are + not + going to + hele werkwoord

             Voorbeeld:          He is not going to sing.

                                             THey are not going to visit Big Ben. 

Maak de zin met to be going to
We ______________ (try out) a new sport!

Maak de zin met to be going to.

I think he_____________ (buy) an iPhone.

Maak de zin met to be going to
I think she ___________________ (stay) home.

Quizlet h 6

volgende slide heeft de quizlet voor Hoofdstuk 6 alle woordjes

dus A t/m I

https:

Homework for Monday 11 May

Study G voc (page 98 TB)

+ grammar 18 (page95) read (= lezen)Stones page 94

do ex. 18, 19, 23, 26

Tijd over? Oefenen The Big Challenge.

(LET OP Rep. H. 6 : 19 mei !!!!)

Homework for 11 May

Study G voc (page 98 TB)+ grammar 18 (page95)

 read (= lezen)Stones page 94

do ex. 18, 19, 23, 26

Verveel je je: Oefen the Big Challenge.

ATTENTION: Test Chapter 6 words, Stones, grammar

19 May