3H6 - par. 4.3
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
570
576
595
610
613
622
630
632
Mohammed verhuist naar Medina
Mohammed wordt wees
Mohammed sterft
Mohammed krijgt eerste openbaring
Mohammed geboren
Mekka veroverd
Mohammed begint zijn boodschap te vertellen
Mohammed gaat werken voor Chadiedja
Slide 6 - Sleepvraag
In welke stad werd Mohammed geboren?
A
Medina
B
Mekka
C
Jeruzalem
D
Rome
Slide 7 - Quizvraag
Vóór Mohammed was er polytheïsme in Mekka. Wat is polytheïsme?
A
Het geloof in een natuurgod
B
Het geloof in meerdere goden
C
Het geloof in reïncarnatie
D
Het geloof in één god
Slide 8 - Quizvraag
Wat doet Mohammed als hij in 630 op als machtig veldheer Mekka veroverd?
A
hij vernietigt alle afgodsbeelden in de Kaäba
B
hij trouwt met zijn vrouw Chadiedja
C
hij laat al zijn tegenstanders vermoorden
D
hij verkondigt dat Allah de enige god is
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat betekent het woord Koran?
A
het goddelijke woord
B
dat wat gelezen moet worden
C
dat wat voorgelezen moet worden
D
openbaring
Slide 13 - Quizvraag
Hoe is de Koran georganiseerd?
A
Chronologisch: van oudste naar nieuwste
B
Chronologisch: van nieuwste naar oudste
C
Op lengte: van kortste naar langste
D
Op lengte: van langste naar kortste
Slide 14 - Quizvraag
De 3 belangrijkste onderwerpen in de Koran zijn:
Slide 15 - Open vraag
Wat is een soera?
A
Een uitspraak van Mohammed
B
Een verhaal over Mohammed
C
Een hoofdstuk uit de koran
D
Een vers uit de koran
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Allerlei personen komen zowel in de Koran als in de Bijbel voor. Wie NIET?
A
Adam
B
Abraham
C
Jezus
D
Mohammed
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Dit is de Islamitische wetgeving
A
Soenna
B
Sharia
C
Hadith
D
Haram
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wat betekenen de begrippen ‘koran’, ‘soenna’ en ‘sjaria’?
