Herhaling Diabetes en kortademig- week 45 (2024-2025)

Triage DA3
2024-2025

Herhaling Diabetes en kortademig
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Triage DA3
2024-2025

Herhaling Diabetes en kortademig

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

Opdracht diabetes
Theorie herhaling diabetes
Herhaling kortademig
Casussen oefenen
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triagewijzer doornemen
Diabetes
Kortademig

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je in aanraking gekomen met een diabetes patiënt? Wat viel je op?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In groepjes ga je een pitch voorbereiden over:
- Groepje 1: hyperglykemie
- Groepje 2: hypoglykemie
- Groepje 3: advies hyperglykemie
- Groepje 4: advies hypoglykemie
- Groepje 5: passende ABCDE vragen bij diabetes
LEVER STEEKWOORDEN IN DIE JE GEBRUIKT BIJ JE PITCH (ik kan dan gelijk zien of jullie klaar zijn)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke type diabetes ken je?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van diabetes type 2?

Slide 7 - Open vraag

Er zijn er 6:
  • Weinig lichaamsbeweging
  • Overgewicht
  • Ongezond eten
  • Roken
  • Ouder worden
  • Erfelijkheid

Wat doet glucose?
A
Als we iets eten of drinken, maakt ons lichaam glucose aan. ​ Glucose levert energie aan lichaamscellen​
B
Als we iets eten of drinken, breekt ons lichaam glucose af, Glucose kost dus energie
C
Glucose zorgt ervoor dat ons eten wordt verbrand

Slide 8 - Quizvraag

A
Diabetes mellitus type 1
Ontstaat op jonge leeftijd​

Onvoldoende of geen productie van insuline​

Altijd behandeling met insuline nodig​

Teveel glucose in het bloed​

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes mellitus type 2
Een probleem met betrekking tot de insuline receptoren​

Welvaartsziekte​

Vaak na 40e levensjaar​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwangerschapsdiabetes

Door ontregelde hormoonhuishouding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt diabetes vastgesteld?
Weet je de normaal waarden nog?

Slide 12 - Open vraag

Normale waarden glucosewaarde nuchter: 
3,5 en 6,1 mmol/l. 
Bij een bloedglucosegehalte lager dan 3,5 mmol/l wordt gesproken van een hypoglykemie.

De diagnose DM mag door een arts gesteld worden als op twee verschillende dagen een nuchter bloedglucosegehalte ≥ 7,0 mmol/l gemeten is. Deze diagnose mag echter ook gesteld worden bij een combinatie van een eenmalig nuchter bloedglucosegehalte ≥ 7,0 mmol/l met op een andere dag een niet-nuchter bloedglucosegehalte ≥ 11,1 mmol/l tezamen met klachten passend bij een hyperglykemie.


Glucose waarden bij DM Nuchter:
4,5-7 = goed
7-8    =aanvaardbaar
>8     = slecht

Twee uur na de maaltijd
<9      = goed
9 -10  = aanvaardbaar
> 10   = slecht
Wat zijn gevaren bij Diabetes?

Slide 13 - Woordweb

Risico op:​
Hart en vaatziekten​
Nierbeschadiging​
Gevoelsstoornissen in de zenuwen​
Klachten bij diabetes 
Dorst​
Veel plassen​
Veel drinken​
Gewichtsverlies​
Duizeligheid​
Misselijk​
Braken/ buikpijn​
Ademhaling dieper en sneller en ruikt naar aceton​
Kans op coma!​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypoglykemie
Te laag glucosegehalte in het bloed​

Glucose < 3,5 mmol/l​

Snel suiker drinken ​

Injectie glucagon (bij bewusteloosheid)​

Eten van koolhydraten ​

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hyperglykemie
Te hoog glucosegehalte​

Glucose > 15 mmol/l​

Aceton geur

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het advies als je niet weet of het om hypo gaat of een hyper?

Slide 17 - Woordweb

behandel als een hypo.
Iets zoets drinken en of eten. 
Mocht dit toch een hyper zijn dan is de invloed gering.
Bij een hypo knapt de pt. op.
Hypo- en /of Hyperglycemie

  • Wat wordt er bedoeld met de 2-4-6 regel?
  • Wanneer wordt de 2-4-6 regel gebruikt? Bij een hypo of hyper?
  • Wat zijn gebruikte adviezen bij een hypo en hyper?

Slide 18 - Tekstslide

Volg de 2-4-6 regel:
Iedere 2 uur glucose meten en kort/snelwerkend insuline extra spuiten tot <15 mmol/l is bereikt met behulp van de volgende adviezen:

Bij glucose 15-20 mmol/l: 4E kort/snelwerkende insuline extra.
Bij glucose > 20 mmol/l: 6E kort/snelwerkende insuline extra.

adviezen bij hyperglycemie:
Drink veel water en beweeg veel; bij inspanning wordt glucose verbruikt. Bepaal na enkele uren de glucosewaarde opnieuw om het effect te meten.

Hypoglykemie (advies aan patiënt zelf)
Eet of drink iets zoets. Bijvoorbeeld zes suikerklontjes of tabletten druivensuiker (dextrose) of twee eetlepels suiker opgelost in warm water.
Eet daarna twee boterhammen met zoet beleg.
Zoek of blijf in gezelschap van anderen. Controleer na een halfuur opnieuw de glucosewaarde. Bij verbetering: controleer de glucosewaarde later nog eens. 




Korte termijn gevolgen
Lange termijn gevolgen
Gewichtsverlies
Chronische vermoeidheid
Overmatige urineproductie, veel dorst en veel vochtinname
Rode ogen, wazig of dubbel zien
Algehele zwakte/malaise, hierdoor terugkerende infecties en wondjes
Orgaanschade
Vernauwing van aders, waardoor vergroot risico op hartinfarct, beroertes en trombose 
slechtziendheid of blindheid
Nierproblemen
Neuropathie
Pijnlijke gewrichten

Slide 19 - Sleepvraag

Klachten waar patiënten over kunnen bellen:

Korte termijn: jaar
a= gewichtsverlies,
b= Chronische vermoeidheid
c = Overmatige urineproductie, veel dorst en veel vochtinname, 
d= Rode ogen, wazig of dubbel zien
e= lgehele zwakte/malaise, hierdoor terugkerende infecties en wondjes

Lange termijn: 20 jaar
f= orgaanschade , 
g= vernauwing van aders, waardoor vergroot risico op hartinfarct, beroertes en trombose,
h= slechtziendheid of blindheid,
i= Nierproblemen,
j= Neuropathie,
k= pijnlijke gewrichten

• Ook kleine bloed- en haarvaatjes vernauwen. Op het netvlies kan dit leiden tot slechtziendheid en in zeer ernstige gevallen zelfs tot blindheid. Dit noemen we ook wel diabetische retinopathie = Door de beschadigingen in de bloedvaatjes ontstaan kleine bloedinkjes op het netvlies (dot-bloedinkjes) en ongewone vaatkronkeltjes (micro-aneurysma’s). Ook kan er vocht uit de bloedvaatjes lekken, wat onder het netvlies gaat zitten. Dit heet (diabetisch) macula-oedeem. Hierdoor kan het zicht verslechteren.

• Ook bij de nieren zorgt het voor serieuze complicaties: in het ergste geval is op termijn dialyse of zelfs transplantatie nodig.

• Diabetes kan het zenuwstelsel en de zenuwen aantasten (we noemen dit ook wel neuropathie). Neuropathie kan zorgen voor pijn, tintelingen, gevoelloosheid, veel zweten, impotentie, maag- en darmklachten, minder gevoel of spierkracht in de benen en problemen met het evenwichtsorgaan.

• Verstijving van bindweefsel kan zorgen voor stijve gewrichten. Men heeft vooral veel last van de handen.

Kortademigheid
- Hevig  
- Matig
- Gering
Welke vragen stel je om dit te onderscheiden?


Wat zie je bij (kleine) kinderen?

Slide 20 - Tekstslide

 'Hevig': kan geen vijf woorden achtereen zeggen. Zit rechtop. Is doorgaans instabiele B en U1.

 'Matig': milde tachypneu (=te snelle ademhaling) of gebruik van hulpademhalingsspieren. U2 (tenzij snel ontstaan - dan U1)

 'Gering':(gevoel van) lichte benauwdheid, geen gebruik van hulpademhalingsspieren. U4

Bij kind: steunende, kreunende of piepende ademhaling betekent hevig kortademig.
Bloed ophoesten
- Hevig
- Matig
- Gering

Welke vragen stel je om dit te onderscheiden?

Slide 21 - Tekstslide

Van belang is de mate van bloed ophoesten te bepalen.
'Hevig' is ophoesten van puur bloed. U1 'Matig' is ophoesten van slijm met overduidelijk bloed. U2
'Gering' is enkele druppels bloed bij het hoesten. 

Ophoesten van bloed is urgent behalve 'druppels' bloed.
Hyperventilatie
Wat zijn de symptomen?
Wat doe je als dit de eerste keer is?




Welke adviezen geef je bij bekende hyperventilatie?

Slide 22 - Tekstslide

Bij angst en spanning kan de ademhaling te snel of te diep zijn. De ademhaling is van slag, vaak zonder dat iemand het beseft. De persoon zit in een stoel, maar ademt alsof hij een marathon loopt. Hyperventilatie is meestal ongevaarlijk, maar kan bij een eerste aanval een ernstig symptoom zijn van een andere aandoening zoals hartinfarct, longembolie of een ontregeling van het zuur-base-evenwicht in het bloed. dan dus U2 (in sommige gevallen U1)

Adem rustig, 3 seconden in en 6 seconden uit. Zoek afleiding (kniebuigingen maken, hardop voorlezen enzovoort).
Wat is een U2 urgentie bij Kortademigheid?
A
Koorts
B
zieke indruk
C
koorts bij kind
D
hevige kortademigheid

Slide 23 - Quizvraag

Hevige kortademigheid is een U1. 
U2 is een snel ontstane kortademigheid.

U2: Kortademigheid bij een kind met koorts moet echt binnen een uur gezien worden. 
Wat zijn de adviezen die je geeft bij pseudokroep?
A
Onder de warme douche gaan staan met het kind
B
In een met stoom gevulde badkamer gaan, onderwijl een boekje voorlezend
C
In een menthol-stoomgevulde badkamer gaan, waarbij u een rustige uitstaling heeft en het kind afleid
D
In een stoomgevulde badkamer gaan en zorgen voor afleiding, of een wandeling in de avondlucht.

Slide 24 - Quizvraag

D
Het gaat met name om de rust die ouders uitstralen, of de afleiding. Dit zorgt vaak voor een rustige ademhaling. Blijft het kind benauwd, dan ouders terug laten bellen en afspraak maken. Kinderen krijgen dan vaak dexamethason (corticosteroid) toegediend en/of worden verneveld.  AB helpt niet, het gaat om een virusinfectie. 
Casus: Dhr de Wit 68 jaar belt je . Hij heeft nu 4 uren lang een hele lichte druk op de borst. Hij heeft diabetes.
Wat wordt je beleid?
A
U4. Voor de zekerheid maar even het hart laten luisteren aan het einde van de middag, gezien zijn diabetes
B
U3, gezien zijn diabetes toch beoordeling binnen enkele uren
C
Advies: Even aanzien, als hij andere klachten krijgt als uitstraling , beklemmende pijn, terugbellen
D
U2, dit klinkt niet goed, er moet snel gehandeld worden , dit gezien zijn diabetes

Slide 25 - Quizvraag

Bij een diabeet kan er sprake zijn van een "Stil infarct". Het is van belang om een ECG te maken om te kijken of er iets aan de hand is. 
Patiënt is verkouden, hoest, heeft 38.4 koorts en geeft aan si. een paar dagen wat matig benauwd van te zijn. Hij heeft pijn op de borst die vastzit aan de ademhaling, met daarbij een nare pijnlijke plek in de bovenrug,
Wat is je beleid?
A
U2, vanwege matig kortademig te zijn
B
U5 Het is goed mogelijk dat dit een hevige griep is, dit mag 5 dagen duren, anders terugbellen
C
U4. De volgende dag is er weer ruimte, nu goede adviezen geven, als PCM en een hoestdrank
D
U3 Binnen enige uren laten beoordelen

Slide 26 - Quizvraag

A
U2, vanwege matig kortademig te zijn 
Alleen koorts gaf een U3
Wat is of zijn jouw leerdoel(en) tijdens het oefenen van casussen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Diabetes
Kortademig
Pijn op de borst
Hartkloppingen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies