Fictiedossier Opdracht 1

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Analyse kort verhaal: 'Eerste sneeuw'
- Evaluatie 
- Volgende les: werkwoordspelling 
( diagnostische toets) / poëzie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
 ANALYSE kort verhaal
In de les oefenen we met het verhaal: ‘Kwijt’ geschreven door Thijs Boer.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent analyse?
A
verdelen
B
kritiseren
C
onderzoeken
D
corrigeren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat het verhaal analyseren:

 • Op de inhoud van het verhaal; 
 • Op de vorm en de structuur van het verhaal.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassikaal lezen: 
‘Eerste sneeuw’ geschreven door Thijs Boer.
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven? Waarom heeft de schrijver gekozen voor dit perspectief?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De personages 

Welke personen/ karakters komen voor in het verhaal?

  • Round character 
  • Flat character

Slide 8 - Tekstslide

De personages 

In korte verhalen spelen personages een rol. Omdat een kort verhaal te kort is om een ontwikkeling van een hoofdpersoon te beschrijven, maakt de hoofdpersoon vrijwel geen persoonlijke ontwikkeling door. Op blz. 92 van je A boek vind je hierover meer informatie. 
 • Noteer welke personages voorkomen in het verhaal. 
 • Beschrijf de personages, hun karakter en hoe ze eruit zien. Beschrijf ook wat de relatie tussen de personages in het verhaal is. 
 • Vertel of de personages in het verhaal round characters of flat characters zijn. 


Wat is een round character?
A
Een groot personage
B
Een persoon die maar één eigenschap heeft
C
Een persoon die ontwikkeling doormaakt
D
Een belangrijke bijpersoon

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke personages? 'Eerste sneeuw'

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het decor betekent: 

de omgeving, ruimtes, tijdstip van de dag, het weer, de sfeer. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf het decor van 'Eerste sneeuw'

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal
In een verhaal is/zijn altijd thema(‘s) te herkennen. 
Met een thema kun je aangeven welk onderwerp er in grote lijnen terugkomt in het verhaal. 

Slide 13 - Tekstslide

In een verhaal is/zijn altijd thema(‘s) te herkennen. Met een thema kun je aangeven welk onderwerp er in grote lijnen terugkomt in het verhaal. Er kunnen meerdere thema’s in een verhaal verwerkt zijn. Een thema kan één woord zijn, maar ook een hele zin. Voorbeelden van thema’s zijn; vriendschap, oorlog, de mens is eenzaam of voor jezelf opkomen, moedig zijn, discriminatie, afkomst. Op bladzijde 90 van je B boek vind je meer informatie. 
 • Beschrijf het thema/de thema’s van het door jou gelezen verhaal. Leg ook uit waarom jij vindt dat dat thema centraal staat. 
Welk verhaal/thema zit er in 'Eerste sneeuw'.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van het verhaal "Eerste sneeuw'?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Diagnostische toets werkwoordspelling
Poëzie uitleg en analyseren 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies