HV1 Herhalen onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde na carnavalsvakantie

• Nederlands
• WO
• Studiejaar 1

HV1 Redekundig Ontleden

Pak erbij:

- Je laptop

- Een pen en je schrift (voor aantekeningen)

persoonsvorm

rest van het werkwoordelijk gezegde

onderwerp

overig

De buurvrouw

heeft

haar dochter

gisteren

een nieuwe fiets

gegeven.

Ik fiets naar school.
Welk woord verandert er als je de zin in de verleden tijd zet?

1. Ik
2. fiets
3. naar
4. school

Ik schaats in februari.
Welk woorden veranderen er als je de zin in meervoud zet?

1. Ik + schaats
2. schaats + in
3. in + februari
4. februari + ik

Ik schaats naar school.
Welk woord komt er vooraan te staan als je de zin vragend maakt?

1. Ik
2. schaats
3. naar
4. school

Noteer het werkwoordelijk gezegde:
Jutta Leerdam heeft een medaille gewonnen.

Noteer het werkwoordelijk gezegde:
Hij zit zich aan te stellen.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

overig

Sommige Roosendalers

waren

vorige week

fanatiek

aan het skiën.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

overig

Het publiek

vroeg

de band

om een toegift

op het schoolfeest.

Wat vind je nog lastig?
(Onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, anders...)