BEELDCULTUUR periode 1 - les 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe word je goed in vormgeven?

Door eerst andermans werk...
  • goed te bekijken 
  • te beschrijven 
  • te analyseren / begrijpen

= BEELDBESCHOUWING

In deze lessen leer je om kunst, design en architectuur te beschouwen om zelf beter te kunnen vormgeven.


EVEN HERHALEN!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schema van de kunstanalyse

1. Voorstelling = wat is er te zien?
2. Inhoud = waar gaat het werk over?
3. Vormgeving = hoe wordt het werk vormgegeven?
4. Materiaal / techniek = met welke materialen en technieken wordt het werk vormgegeven?


EVEN HERHALEN!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schema van de kunstanalyse

1. Voorstelling = wat is er te zien?
2. Inhoud = waar gaat het werk over?
3. Vormgeving = hoe wordt het werk vormgegeven?
4. Materiaal / techniek = met welke materialen en technieken wordt het werk vormgegeven?


Dit eerst....

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dummy!

1. Voorstelling = wat is er te zien?
2. Inhoud = waar gaat het werk over?
3. Vormgeving = hoe wordt het werk vormgegeven?
4. Materiaal / techniek = met welke materialen en technieken wordt het werk vormgegeven?

Min. 6 beschrijven!


EVEN HERHALEN!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORSTELLING
Drie verschijningsvormen te onderscheiden:

1. Naar de werkelijkheid
2. Geabstraheerd
3. Abstract of non-figuratief 



De voorstelling is dat onderdeel van een kunstwerk dat verwijst naar een waargenomen werkelijkheid. 

Slide 6 - Tekstslide

De voorstelling is dat onderdeel van een kunstwerk dat verwijst naar een waargenomen werkelijkheid. 


Opdracht

Jullie krijgen afbeeldingen van verschillende voorstellingen. Van deze afbeeldingen maken jullie een collage

Plak alleen degene op waarvan jullie denken dat het bij die voorstelling hoort. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Naar de werkelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

De voorstelling is duidelijk herkenbaar (landschap of portret) maar hoeft niet fotografisch te zijn.

Hier zien we een landschap als onderwerp. 

Ijsvermaak, Barend Avercamp, 1630 - 1679
NAAR DE WERKELIJKHEID
De voorstelling is duidelijk herkenbaar (landschap of portret) maar het hoeft niet fotografisch te zijn. Hier zien we een landschap als onderwerp.



IJsvermaak, Barend Avercamp, 1630 - 1679


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Geabstraheerd

Slide 10 - Tekstslide

De voorstelling is meer of minder vervormd, maar nog wel herkenbaar.

(Portret als onderwerp)

The Weeping Woman, Pablo Picasso, 1937
GEABSTRAHEERD
De voorstelling is meer of minder vervormd, maar nog wel herkenbaar. (portret als onderwerp)





The Weeping Woman, Pablo Picasso, 1937


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Abstract

Slide 12 - Tekstslide

Abstract of non-figuratief. Er is geen voorstelling zichtbaar. (Wat door de kunstenaar zo bedoeld is).

Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw, Piet Mondriaan, 1921
ABSTRACT
Abstract of non-figuratief. Er is geen voorstelling zichtbaar. 
(Wat door de kunstenaar zo bedoeld is).




Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw, Piet Mondriaan, 1921
 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak een voorwerp

1. Geel =
naar de werkelijkheid

2. Rood =
geabstraheerd

3. Blauw =
abstract

Slide 14 - Tekstslide

Laat iedereen een voorwerp pakken. 

We gaan raden welke voorstelling de volgende kunstwerken hebben.

Houdt het antwoord juiste antwoord omhoog.
De bedreigde zwaan, Jan Asselijn, 1650
1. Geel =
naar de werkelijkheid
2. Rood =
geabstraheerd
3. Blauw =
abstract


Slide 15 - Tekstslide

Antwoord: Geel (Naar de werkelijkheid).

Genre: een soort kunstwerken met een bepaald onderwerp. bv. portretten, landschappen of stillevens. 

De bedreigde zwaan, Jan Asselijn, 1650

Je hebt ook nog het onderwerp genre . Zoals hier, waarin de geschilderde onderwerpen symbool staan voor iets anders. Johan de Witt (de zwaan), die Holland (het ei) beschermt tegen de vijanden van de staat (de hond).
Women geïllustreerd bij Hülya Özdemir
1. Geel =
naar de werkelijkheid
2. Rood =
geabstraheerd
3. Blauw =
abstract


Slide 16 - Tekstslide

Antwoord: Geel (Naar de werkelijkheid).

Genre: een soort kunstwerken met een bepaald onderwerp. bv. portretten, landschappen of stillevens. 

De bedreigde zwaan, Jan Asselijn, 1650

Je hebt ook nog het onderwerp genre . Zoals hier, waarin de geschilderde onderwerpen symbool staan voor iets anders. Johan de Witt (de zwaan), die Holland (het ei) beschermt tegen de vijanden van de staat (de hond).
Who's afraid of Red, Yellow and Blue III (1966 - 1970)
1. Geel =
naar de werkelijkheid
2. Rood =
geabstraheerd
3. Blauw =
abstract


Slide 17 - Tekstslide

Antwoord: blauw (abstract)

De kleuren van dit werk zijn zo gelaagd en diep dat je er als toeschouwer bijna in verdrinkt. Dit komt doordat er geen voorstelling is, waardoor al het perspectief verdwijnt.

Who's afraid of Red, Yellow and Blue III (1966 - 1970)
....van kazen, Floris van Dijck, 1615
1. Geel =
naar de werkelijkheid
2. Rood =
geabstraheerd
3. Blauw =
abstract


Slide 18 - Tekstslide

Antwoord: geel (naar de werkelijkheid)

Hoe noemen we een verzameling van voorwerpen of voorstelling daarvan? 

Stilleven 

Stilleven van kazen, Floris van Dijck, 1615
1. Geel =
naar de werkelijkheid
2. Rood =
geabstraheerd
3. Blauw =
abstract


Slide 19 - Tekstslide

Antwoord: Geel (naar de werkelijkheid)

Rood is discutabel. Dit werk is door de Grieken gemaakt en zij schilderden naar de waarneming. Pas na opkomst van de camera gingen kunstenaars nadenken over andere verschijningsvormen (voorstellingen).
GEEL..... OF ROOD?
Dit werk is door de Grieken gemaakt en zij schilderden naar de waarneming. Pas na opkomst van de camera gingen kunstenaars nadenken over andere verschijningsvormen (voorstellingen).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je nog meer over een kunstwerk beschrijven?
Compositie 
Kleurgebruik/ Kleurcontrast 
Vorm
Licht
Schaduw
Kunststroming

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kruip in de huid van één van de vijf kunstenaars en maak een nieuw werk
Stap 1 verzamel drie werken van de gekozen kunstenaar
Stap 2 wat valt op?
Stap 3 vul de serie van drie werken aan met een eigen werk. Dit kan een collage, (digitale)tekening of foto zijn. (gebruik eventueel je dummy)

Rembrandt van Rijn
Salvador Dali
Jean-Michel Basquiat
Frida Kahlo
Vincent van Gogh
             

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies