Hoofdstuk B6.2/KT 6.3

H6 Werken voor de overheid
B 6.2 / KGT 6.3: Sociale zekerheid
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 Werken voor de overheid
B 6.2 / KGT 6.3: Sociale zekerheid
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 6 paragraaf B: 2 / KGT: 3
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Doel B6.2 / KT 6.3
  • B: Ik kan omschrijven hoe de overheid zorgt voor sociale zekerheid.
  • KT: Ik kan uitleggen hoe sociale zekerheid geregeld is.

Slide 3 - Tekstslide

Sociale zekerheid
De zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sociale zekerheid?
Nederland -> is een verzorgingsstaat
  • Er zijn allerlei voorzieningen  die ervoor zorgen dat er voor alle inwoners een inkomen, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs is.
  • Sociale zekerheid

  • Toeslagen (zorg-, huur-)
  • Basis- en voortgezet onderwijs is (bijna) gratis

Slide 6 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel:

  • iedereen met een inkomen moet daarvan een deel afstaan voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen
  • Stelsel van sociale zekerheid
  • inkomenssteun (bijvoorbeeld huur- en zorgtoeslag)

Slide 7 - Tekstslide

Uitkering, wanneer krijg je dat?
  • Als je met pensioen gaat
  •  Als je arbeidsongeschikt bent
  • Als je ziek bent
  • Als je partner overlijdt en je samen kinderen hebt
  • Als je werkloos bent

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Begrippen:
Sociale premies: Geld dat de overheid vraagt voor de sociale zekerheid.
Sociaal minimum: Het inkomen dat je volgens de overheid ten minste nodig hebt om van te leven.
Loonheffing: Het bedrag aan loonbelasting en volksverzekeringen dat een werknemer betaalt.
Brutoloon: Het loon dat iemand verdient, inclusief belastingen en premies.
Nettoloon: Het loon dat iemand krijgt uitbetaald, exclusief belastingen en premies.

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar de juiste definities.
Het loon dat iemand krijgt uitbetaald, exclusief belastingen en premies.
Geld dat de overheid vraagt voor de sociale zekerheid.
Het loon dat iemand verdient, inclusief belastingen en premies.
Brutoloon
Nettoloon
Sociale premies

Slide 11 - Sleepvraag

Sociale verzekeringen voor alle mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben
Betaald uit premies (percentage van het inkomen)
Sociale verzekeringen waar alle inwoners van ons land recht op hebben
Uitkeringen die de overheid betaald met geld uit belastinginkomsten
Uitgangspunt: solidariteitsbeginsel
ANW
Kinderbijslag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Inkomstenbelasting
Erfbelasting
BTW
Accijnzen
Motorrijtuigenbelasting

Slide 14 - Sleepvraag

Wat betekend sociale zekerheid?
A
een verzekering tegen autoschade.
B
Dat je altijd met mensen af kan spreken.
C
Dat de pre-klimatologische adepten verzadigd is.
D
De zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Slide 15 - Quizvraag

Brutoloon <-> Nettoloon
  • Brutoloon: Het loon waarop nog niets is ingehouden.
Van het brutoloon gaat er loonbelasting (voor de sociale voorzieningen) en premies (voor de sociale verzekeringen) vanaf. 
  • Nettoloon: Het loon dat je ontvangt op je bankrekening        dit is na inhouding van loonbelasting en sociale premies

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 17-5-2021
B: Leren en maken Hoofdstuk 6 paragraaf 2

KT: Leren en maken Hoofdstuk 6 paragraaf 3



Slide 17 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Tekstslide

Overige dia's

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Belasting en sociale zekerheid
  • Op zijn loonstrookje staat hoeveel loon Lars per maand verdient.
  • Dat maandloon is zijn brutoloon. 
  • Je ziet dat er belasting en sociale premies worden ingehouden.
  • Wat hij krijgt uitbetaald, is zijn nettoloon. 
  • De belasting en premies zijn voor de overheid. 
  • Van de belasting en de premies betaalt de overheid de sociale zekerheid en de collectieve voorzieningen.

Slide 21 - Tekstslide

Werkloos
  • Lars is ontslagen. 
  • Hij heeft daar zelf geen schuld aan en heeft meerdere jaren gewerkt, daarom heeft hij recht op een WW-uitkering. 
  • WW is de afkorting van Werkloosheidswet. 
  • In deze wet staat hoe het is geregeld als je werkloos wordt. 
  • De WW-uitkering is een percentage van het loon. 
  • De werkgever betaalt de premie voor deze wet.
  • WW-uitkering: Een tijdelijke uitkering voor werknemers die hun baan kwijtraken buiten hun schuld om.

Slide 22 - Tekstslide

Na de WW periode
  • Als Lars na de WW-periode nog steeds werkloos is, kan hij bijstand aanvragen. 
  • Hij moet dan wel als werkzoekende bij het UWV zijn ingeschreven.
  • Hij kan een bijstandsuitkering aanvragen op de site Werk.nl van het UWV. 
  • Bijstand is er alleen voor mensen met een laag gezinsinkomen en weinig spaargeld. 
  • Als zij een partner hebben die genoeg verdient, krijgen ze geen bijstand. Dat is geregeld in de Participatiewet

Bijstand: Een uitkering voor iedereen met onvoldoende inkomsten.

Slide 23 - Tekstslide

Het sociaal minimum
Lars is 27 jaar en woont alleen, hij krijgt bijstand, want hij heeft geen inkomsten meer en maar weinig spaargeld. 
De overheid geeft hem een bedrag waarvan hij de noodzakelijke uitgaven kan betalen. 
Dit bedrag heet het sociaal minimum, de hoogte hangt af van het type huishouden. 
Een gezin met kinderen zal meer geld nodig hebben dan iemand die alleen woont.
sociaal minimum: Het inkomen dat volgens de overheid ten minste nodig is om van te leven.



Slide 24 - Tekstslide