toets cultuur vh moderne vs 1 2022

proeftoets cultuur van het moderne 6V
deze toets heeft 16 vragen;
16 vragen over filmpjes of afbeeldingen
de toets bestaat uit 4 gedeeltes. A, B, C en D 

Heb je oordopjes dan is dat prettig om te gebruiken. 
schrijf je antwoorden op een blaadje; let goed op je antwoordstructuur:
- herhaal een deel van de vraag in je antwoord
- link je antwoorden aan wat je in de bron ziet of hoort
- zet streepjes / getallen neer voor de hoeveelheid antwoorden ( noem 3 kenmerken bijv.)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

proeftoets cultuur van het moderne 6V
deze toets heeft 16 vragen;
16 vragen over filmpjes of afbeeldingen
de toets bestaat uit 4 gedeeltes. A, B, C en D 

Heb je oordopjes dan is dat prettig om te gebruiken. 
schrijf je antwoorden op een blaadje; let goed op je antwoordstructuur:
- herhaal een deel van de vraag in je antwoord
- link je antwoorden aan wat je in de bron ziet of hoort
- zet streepjes / getallen neer voor de hoeveelheid antwoorden ( noem 3 kenmerken bijv.)

Slide 1 - Tekstslide

A.   Dazzle en expressie

Slide 2 - Tekstslide

A. Herhaling DB opdrachten
Bekijk afbeelding 1 Edward Wadsworth, 
“Dazzle-ships in dry-dok at Liverpool” (1919)

In de eerste helft van de twintigste eeuw, de tijd van de wereldoorlogen, veranderen de kunsten radicaal. In de beeldende kunst wordt de stap gezet van realistisch naar volledig abstract. 


Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1.      T1.        2 pnt.


Bekijk afbeelding 1 Edward Wadsworth, “Dazzle-ships in dry-dok at Liverpool” (1919) 1 dia terug.

In de eerste helft van de twintigste eeuw, de tijd van de wereldoorlogen, veranderen de kunsten radicaal. In de beeldende kunst wordt de stap gezet van realistisch naar volledig abstract.  

Leg uit waarom het schilderij op afbeelding 1 van Edward Wadsworth een bijzondere plaats inneemt tussen realistisch en abstract.

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. 
Kunstenaar Edward Wadsworth geeft vanaf 1917 leiding aan het Dazzle Camouflageteam van de marine.  Dit team beschildert koopvaardijschepen met felgekleurde en contrastrijke geometrische figuren.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 2.       T2.       2 pnt  


Bekijk de afbeelding 1 dia terug.

Kunstenaar Edward Wadsworth geeft vanaf 1917 leiding aan het Dazzle Camouflageteam van de marine. Dit team beschildert koopvaardijschepen met felgekleurde en contrastrijke geometrische figuren. 

Wat is het effect van deze dazzle en wat wil het camouflageteam ermee bereiken?

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding 

Ernst Lüdwig Kirchner, “Fünf Kokotten” uit 1914 
Dit is een typerend werk voor het Expressionisme

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3.      T2.       2 pnt


Bekijk de afbeelding Ernst Lüdwig Kirchner, “Fünf Kokotten” uit 1914, 1 dia terug

Leg aan de hand van zowel de vorm als de techniek uit waarom dit werk typerend is voor het expressionisme. 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4.      R.        2 pnt.


Leg uit hoe het onderbewuste waarover Siegmund Freud schreef een inspiratiebron vormt voor expressionistische kunstenaars

Slide 9 - Tekstslide

B.   Expressie in dans

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen. 

Je ziet hier Mary Wigman met haar Hexentanz uit 1914. 
De bewegingen en de vormgeving sluiten niet aan bij de  academische ballettraditie. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5.      T1      4 pnt


Bekijk de afbeeldingen. 1 dia terug. 

Je ziet hier Mary Wigman met haar Hexentanz uit 1914. 

Noem twee kenmerken van de beweging en twee kenmerken van de vormgeving die je in de afbeeldingen kunt zien, die niet aansluiten bij de academische ballettraditie. 

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk en beluister het filmfragment Mary Wigman, Hexentanz. 

Muziek speelt tijdens de optredens van Wigman een ondergeschikte rol en beperkt zich vaak tot alleen maar slagwerk. 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 6.      T2     2 pnt


Bekijk en beluister het filmfragment Mary Wigman, Hexentanz, 1 dia terug

Muziek speelt tijdens de optredens van Wigman een ondergeschikte rol en beperkt zich vaak tot alleen maar slagwerk. 

Verklaar hoe de muziek ondergeschikt is in Hexentanz en waarom Wigman dat graag wil in haar choreografieën.

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding van het schilderij Les demoiselles d’Avignon van Picasso. 
Vergelijk dit schilderij met de afbeeldingen van de Hexentanz. 

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 7.      T2.      2 pnt


Bekijk de afbeelding van het schilderij Les demoiselles d’Avignon van Picasso, en vergelijk dit dit schilderij met de afbeeldingen van de Hexentanz, 1 dia terug

Noem twee overeenkomsten en licht je antwoorden toe. 

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 8.         R.         2 pnt

Het schilderij Les demoiselles d’Avignon van Picasso (2 dia's terug te zien) luidde een nieuwe kunststroming in; het kubisme. 

Geef een beschrijving van het kubisme en onderbouw het met twee belangrijke kenmerken.

Slide 17 - Tekstslide

C. Papegaaienbuurt                                                                                                            

Slide 18 - Tekstslide

Theo van Doesburg start in 1917 samen met 
Piet Mondriaan het tijdschrift De Stijl. 
Het is een tijdschrift waarin nieuwe stijlkenmerken en inhoudelijke uitgangs-punten worden geformuleerd voor verschillende kunstdisciplines. Wisselwerking tussen beeldende kunst, kunstnijverheid en architectuur is voor Van Doesburg belangrijk. 
In 1921 krijgt hij in Drachten voor het eerst de kans om op dat raakvlak twee opdrachten uit
te voeren.
Bekijk de afbeelding hiernaast en op de volgende dia
Voor de Rijks Landbouw Winterschool aan de Torenstraat in Drachten ontwerpt Van Doesburg glas-in-loodramen. 
In het geabstraheerde ontwerp zijn werkzaamheden van landbouwers herkenbaar, zoals het zaaien.

Slide 19 - Tekstslide

In het geabstraheerde ontwerp zijn werkzaamheden van landbouwers herkenbaar, zoals het zaaien.  Vergelijk de afbeeldingen hieronder

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 9.      T2      2 pnt


Bekijk de afbeeldingen, 1 en 2 dia's terug. 

 Voor de Rijks Landbouw Winterschool aan de Torenstraat in Drachten ontwerpt Van Doesburg glas-in-loodramen. In het geabstraheerde ontwerp zijn werkzaamheden van landbouwers herkenbaar, zoals het zaaien.

Vergelijk de tweede en derde afbeelding en beschrijf aan de hand van drie beeldende middelen op welke wijze Van Doesburg komt tot de abstrahering.

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen. 
Op de tweede afbeelding zie je het schilderij Compositie van Piet Mondriaan, dat net als het ontwerp van Van Doesburg gemaakt is in 1921. Anders dan in het werk van Mondriaan, hebben de zwarte lijnen in het glas-in-loodontwerp van Van Doesburg naast een beeldende rol ook een functie als loodstrips waarin het gekleurde glas gevat is. 

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 10.      T2.        2 pnt


Bekijk de afbeeldingen van Van Doesburg en Mondriaan, 1 dia terug

Noem aan de hand van de afbeeldingen nog een beeldend en een inhoudelijk verschil tussen de toepassing van de zwarte lijnen.

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen van de Torenstraat.
Tegenover de Landbouwschool is in 1921 een klein woningcomplex gebouwd. Voor het interieur, exterieur en voor de tuin van deze woningen maakte Van Doesburg een kleurschema waarin de uitgangspunten van De Stijl herkenbaar zijn. Het woonblok zelf is een ontwerp van Cornelis Rienks de Boer. Los van de kleuren van Van Doesburg ontbreken in dit woonblok de kenmerken van De Stijl zoals die later wel zijn toegepast bij het Rietveld Schröderhuis in Utrecht.

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 11.      T2.      3 pnt


Bekijk de afbeeldingen van de torenstraat op de vorige dia.

Het woonblok zelf is een ontwerp van Cornelis Rienks de Boer. 
Los van de kleuren van Van Doesburg ontbreken in dit woonblok de kenmerken van De Stijl zoals die later wel zijn toegepast bij het Rietveld Schröderhuis in Utrecht. 

Noem drie kenmerken van de architectuur van het woonblok op de afbeeldingen die niet overeenkomen met de uitgangspunten van De Stijl-architectuur.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 12.      I.       1 pnt

Bekijk de afbeeldingen nogmaals., 2 dia's terug.

Het wijkje aan de Torenstraat kreeg al snel de bijnaam Papegaaienbuurt. 
Binnen een jaar na oplevering van het woonblok zijn alle door Van Doesburg gekozen kleuren overgeschilderd. In 1988 zijn op de buitengevels de kleuren opnieuw aangebracht en sinds 2017 is bij een van de woningen ook het interieur hersteld en opengesteld als museumwoning. 

Deze geschiedenis van de Papegaaienbuurt is kenmerkend voor avantgardekunst. Leg dit uit.

Slide 26 - Tekstslide

D.   Kurt Weill

Slide 27 - Tekstslide

Kurt Weill is een Duits-Amerikaanse componist van Joodse komaf die vooral bekend is geworden door zijn samenwerking met Bertolt Brecht. Die Dreigroschenoper (De Driestuiversopera) is in 1928 het eerste resultaat van deze samenwerking.
Beluister het audiofragment  Bertolt Brecht en Kurt Weill: ‘Die Zuhälterballade’ uit Die Dreigroschenoper (1928). 

Slide 28 - Tekstslide

vraag 13.        T1.       3 pnt

Beluister het fragment "Die Zuhalterbalade" , 1 dia terug.

Een van de songs uit Die Dreigroschenoper is "Die Zuhälterballade "
(De pooierballade), waarin MacHeath en Jenny zingen over de ‘gelukkige’ jaren dat hun huishouden tevens een bordeel is. 
In de muziek van Kurt Weill klinkt zijn voorliefde voor jazz en Latijns-Amerikaanse muziek door. 

Geef hiervan drie voorbeelden die in het fragment te horen zijn.

Slide 29 - Tekstslide

vraag 14.      I.       3 pnt

Enkele weken na de machtsovername van Adolf Hitler in 1933, is het werk van Weill en Brecht door de nazi’s ‘entartet’ verklaard. 
Het spelen, luisteren en bezitten van hun muziek en theaterstukken is vanaf dan verboden en bladmuziek van Kurt Weill verdwijnt op de brandstapel. 
Onafhankelijk van elkaar vluchten Brecht en Weill naar Parijs en later New York. 
De nazi’s hanteren verschillende regels om werk ‘entartet’ te verklaren. 

Noem drie van de regels die gelden voor het werk van Brecht en Weill.

Slide 30 - Tekstslide

Het videofragment  Trailer en fragmenten van Bertolt Brecht en Kurt Weill: De zeven doodzonden (1933), uitvoering en bewerking Kamermuziekfestival Delft 2016. 

Tijdens hun ballingschap in Parijs schrijven Brecht en Weill in 1933 Die sieben Todsünden (De zeven doodzonden). Het is een ‘ballet chanté’ waarbij de hoofdrol Anna geschreven is als een dubbelrol voor een zangeres en een danseres. Anna heeft één doel: een eigen huisje te bouwen aan de Mississippi in Louisiana om daarvoor altijd gelukkig te zijn en rust te vinden. Op weg naar dat doel moet Anna de strijd aangaan met de zeven doodzonden, waaronder hebzucht en luiheid.
Bekijk de video-impressie van een actuele voorstelling van dit ‘ballet chanté’ in 2016 in Delft. Het oorspronkelijke libretto van Brecht is hier aangevuld met eigentijdse teksten, onder meer van Paulien Cornelissen. 
In deze uitvoering blijven de makers trouw aan het uitgangspunt van episch theater.

Slide 31 - Tekstslide

Bekijk het  videofragment Trailer en fragmenten van Bertolt Brecht en Kurt Weill: De zeven doodzonden (1933), uitvoering en bewerking Kamermuziekfestival Delft 2016

Slide 32 - Tekstslide

vraag 15.      T2.       3 pnt

Bekijk de video-impressie van een actuele voorstelling van dit ‘ballet chanté’ in 2016 in Delft, 1 dia terug.

Het oorspronkelijke libretto van Brecht is hier aangevuld met eigentijdse teksten, onder meer van Paulien Cornelissen. In deze uitvoering blijven de makers trouw aan het uitgangspunt van episch theater. 

Beschrijf drie kenmerken van episch theater die in dit fragment te zien zijn.

Slide 33 - Tekstslide

Lees het tekstfragment. 
De reis van Anna naar de Verenigde Staten van Amerika als het beloofde land, staat wellicht symbool voor de vlucht van Brecht, Weill en veel andere kunstenaars uit Europa tussen 1935 en 1945. 

Slide 34 - Tekstslide

vraag 16.      I.       2 pnt

Lees het tekstfragment, 1 dia terug.

De reis van Anna naar de Verenigde Staten van Amerika als het beloofde land, staat wellicht symbool voor de vlucht van Brecht, Weill en veel andere kunstenaars uit Europa tussen 1935 en 1945. 

Beschrijf twee gevolgen van deze gedwongen emigratie voor de westerse kunstgeschiedenis en betrek het tekstfragment in je antwoord.

Slide 35 - Tekstslide

einde
sluit de toets af en
lever je toetsblaadje in

Slide 36 - Tekstslide