Als het ingekuilde product te weinig suikers bevat, bijvoorbeeld omdat de veldperiode te lang heeft geduurd of doordat er veel suikers zijn weggespoeld door regen in de veldperiode, dan wordt het voor de melkzuurbacteriën moeilijk de pH laag genoeg te krijgen.
De rottingsbacteriën en de boterzuurbacteriën zullen langer actief blijven en dat zie je terug op je kuiluitslag in de vorm van een hoge ammoniakfractie (eiwitafbraak door rottingsbacteriën) en een hoog gehalte aan boterzuur. Dus aan het melkzuurgehalte, boterzuurgehalte en de NH3 fractie, kun je zien of het inkuilproces goed geslaagd is.