De woorden
die, dat, wie en
wat kunnen betrekkelijke voornaamwoorden zijn. Deze betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen altijd naar iets dat al in de zin is genoemd: het antecedent.
Als je het woordje die kunt vervangen door deze; of het woordje dat kunt vervangen door dit, dan zijn het geen betrekkelijke, maar aanwijzende voornaamwoorden. Dat kan ook een onderschikkend voegwoord zijn.
Als je het woord wie kunt vervangen door degene die of wat kunt vervangen door datgene dat, dan is het een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent.
Het woord wat kan ook een onbepaald voornaamwoord zijn. Hiervan is sprake als je het kunt vervangen door het woordje iets