Twijfel je of een voornaamwoord persoonlijk, bezittelijk of wederkerend is, maak de zin dan mannelijk.
- Verandert het in hij of hem, dan is het een persoonlijk voornaamwoord;
- Verandert het in zijn, dan is het een bezittelijk voornaamwoord;
- Verandert het in zich, dan is het een wederkerend voornaamwoord.