Presenteren Les 5: Je presentatie ondersteunen met beeld

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat hebben we tot nu toe geleerd?

We hebben het gehad over:

- Verbale en non-verbale communicatie

- De opbouw van een betoog (inleiding/middenstuk/slot)

- Doel en publiek bereiken (boodschap afstemmen)

- Spreekdoelen (amuseren, informeren, instrueren, overtuigen)

- Argumenten bedenken met behulp van de drietrapsraket.

- Samenhang creëren met signaalwoorden (dus, daarom, eerst, etc.)

Naast bovenstaande ben je na de vorige les (als het goed is) ook begonnen met het voorbereiden van een betoog (de eindopdracht)

Heb je het nog helder voor de geest?

Wat staat ons nog te wachten?

Vandaag: Je presentatie ondersteunen met beelden

Volgende week: Peerfeedback en afronding van de eindopdracht (betoog) waarmee de cursus afgerond wordt.

Hoe ver ben je met de opdrachten?

Les 5

Je presentatie ondersteunen met beeld

Welke presentatiesoftware ken je?
En welke gebruik je het liefst?

Wat voegt een PowerPoint/Prezi toe aan je presentatie?

Waar let jij op als je een PowerPoint/Prezi presentatie maakt? (Wat doe je wel, en wat bewust niet?)

Een aantal tips voor beeldgebruik:

• Kies voor een rustige achtergrond en houd de overgang tussen dia’s rustig.

• Geef elke dia een korte titel die duidelijk maakt wat het onderwerp is.

• Zet maximaal vijf à zes regels op één dia. Gebruik voor titels ongeveer een lettergrootte van 40 punten. Gebruik voor de tekst een lettergrootte van ongeveer 24 punten.

• Houd de informatie kort en bondig: gebruik steekwoorden.

• Gebruik ongeveer één dia of beeld bij twee minuten spreektijd.

• Gebruik liever een duidelijke foto van tekst.

• Heb je cijfermateriaal? Gebruik dan tabellen of grafieken.

Voorbeeld: De dia heeft een rustige, neutrale achtergrond en de titel is kort en duidelijk leesbaar. Daarnaast is ook de opbouw van de presentatie duidelijk herkenbaar. Het gebruik van een tabel verduidelijkt de informatie.

Noem drie dingen die verkeerd zijn aan deze dia.

Noem drie dingen die verkeerd zijn aan deze dia.

Je opdracht voor deze week

Werk verder aan je presentatie/betoog.