In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties
Par. 2.1 De Pruikentijd
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen waarom de 18e eeuw de pruikentijd wordt genoemd. Kunnen jullie uitleggen wat een standenmaatschappij is en hoe deze uiteindelijk onder invloed van de Verlichting ten einde kwam.
Slide 3 - Tekstslide
Nederland
Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was
In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren
In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestantse kerk
Slide 4 - Tekstslide
Pruiken voor de rijken
In de 18e eeuw was het in de mode om pruiken te dragen
Daarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd
Met een pruik konden mannen laten zien hoe rijk of belangrijk ze waren
Slide 5 - Tekstslide
Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.
Slide 6 - Tekstslide
Bij welke stand horen wij?
A
Geestelijken
B
Edelen
C
Burgers
Slide 7 - Quizvraag
Bij welke stand hoort koning Willem-Alexaner?
A
De geestelijken
B
De edelen
C
De burgers
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Standenmaatschappij
De derde stand doet het zware werk, betalen alle belastingen en hebben geen rechten.
De eerste en tweede stand hadden privileges (voorrechten, dingen die zij wel mochten doen en anderen niet).
Slide 10 - Tekstslide
De derde stand
Bijna de hele bevolking hoorde bij de derde stand
Rijke boeren
Handelaren
Kleine boeren
Ondernemers
Artsen
Ambachtslieden
Arbeiders
Bankiers
Zwervers
Slide 11 - Tekstslide
Problemen voor Frankrijk in de jaren 1780
Geldtekort door oorlogvoering;
Honger door misoogsten;
Grote armoede voor het volk;
Weinig inspraak in het bestuur voor de bourgeoisie=rijke burgers
Slide 12 - Tekstslide
Democratie
'De macht van het volk' dus invloed door het volk op het bestuur
___________________________________
Een grondwet met grondrechten
Vrijheid van godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Slide 13 - Tekstslide
Demos=volk
Kratein = heersen/ beslissen
Democratie = Het volk beslist
Slide 14 - Tekstslide
Verlichting
In de 18de eeuw gingen mensen anders nadenken......(het lichtje ging aan..)
- wie heeft de macht en waarom?
- bestaat god wel?
- hoe gaan we met elkaar om?
De wetenschap bloeide en men deed veel ontdekkingen
Slide 15 - Tekstslide
Wat werd er anders?
Slide 16 - Tekstslide
Wat wilden de 'verlichte' denkers
Geloof, de 3 standen en absolute macht moesten weg!
Gebruik van verstand, vrijheid en gelijkheid voor iedereen
......dit zorgde voor veel onrust bij alle groepen van de samenleving
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Grondwet
Klassieke grondrechten Gelijkheidsrecht Vrijheidsrechten Politieke rechten
Sociale grondrechten
Slide 19 - Tekstslide
Welke standen waren er in Frankrijk, en wat was de volgorde?
Slide 20 - Open vraag
In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?
Slide 21 - Open vraag
Waarom had Nederland geen standenmaatschappij?
Slide 22 - Open vraag
Wat is de beste omschrijving van 'De verlichting'?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de verlichting?
Slide 23 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 24 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen