Quiz chapitre 3 vocabulaire et imparfait
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Voilà ....... (mijn neef)
Slide 2 - Open vraag
Le prof est vraiment ......(streng)
Slide 3 - Open vraag
Elsa habite .... (naast) Emilie
Slide 4 - Open vraag
Je suis .... (bezorgd) à propos de la santé de mon père
Slide 5 - Open vraag
J'ai regardé ..... ( de televisie serie) , et toi?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn de uitgangen van de imparfait?
Slide 8 - Woordweb
(habiter, imparfait) Elle ..... à Nice?
A
habitais
B
habitait
C
habité
D
habite
Slide 9 - Quizvraag
ils......(Avoir imparfait) une belle maison
A
avaient
B
avez
C
avait
D
eu
Slide 10 - Quizvraag
je .....(finir imparfait) mes devoirs.
Slide 11 - Open vraag
vous.....(être imparfait) impatients
Slide 12 - Open vraag
Sophie et Martin......(luisterden) la musique.
Slide 13 - Open vraag
Ma copine....(woonde) à Rotterdam
Slide 14 - Open vraag
Ik ken de woorden van chapitre 3
Slide 15 - Poll
Ik kan de imparfait toepassen
