H2C - 23 mei - Herhaling Woordenschat H1 + H2

Wat is beeldspraak?
  • Beeldend (figuurlijk - niet letterlijk bedoeld) taalgebruik.
  • Beeldspraak heeft altijd met vergelijkingen te maken.

Door middel van beelden:
  • Er wordt 'iets' extra duidelijk gemaakt of benadrukt/ krachtig over komen.
  • Het trekt de aandacht van de lezer of het verrast de lezer.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is beeldspraak?
  • Beeldend (figuurlijk - niet letterlijk bedoeld) taalgebruik.
  • Beeldspraak heeft altijd met vergelijkingen te maken.

Door middel van beelden:
  • Er wordt 'iets' extra duidelijk gemaakt of benadrukt/ krachtig over komen.
  • Het trekt de aandacht van de lezer of het verrast de lezer.

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld beeldspraak
Veel spreekwoorden en uitdrukkingen zijn beeldspraak. Je maakt taal 'beeldend' en rijker.

Voorbeelden:
  • Hij is ook snel op zijn teentjes getrapt. 
  • Het regende pijpenstelen.
  • Ik krijg een punthoofd van je!

Slide 2 - Tekstslide

Beeldspraak - 'de vergelijking'

 Er zijn altijd 2 elementen aanwezig:

  • object (werkelijkheid) - hetgeen dat ergens mee vergeleken wordt
  • beeld - hetgeen waarmee het object vergeleken wordt.

Lachen als een boer die kiespijn heeft.

  • object:                 lachen
  • beeld:                   een boer met kiespijn




Slide 3 - Tekstslide

Beeldspraak - vergelijking met 'als'
Mijn broer is zo sterk als een beer.
(object)                               (beeld)

Ik heb geslapen als een roos.
(object)                                  (beeld)

Het voelt zo licht als een veertje.
(object)                                      (beeld)

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak - metafoor 
Bij een metafoor vallen object (O) en beeld (B) samen. Je vervangt het object in zijn geheel door het beeld. 

Vb. Jan is de langste speler van ons basketbalteam
Als ik er een metafoor van wil maken, zou ik zeggen:
Jan is de giraffe van ons basketbalteam




Slide 5 - Tekstslide

Beeldspraak - metafoor 
Of stel dat je een kop vieze koffie aan het drinken bent, dan kun je zeggen:
Ik zit vieze koffie te drinken.

Als je er een metafoor van maakt, geef je koffie een naam die eigenlijk bij een ander soort viezigheid hoort.

Ik zit een bak rioolwater te drinken. 



Slide 6 - Tekstslide

Beeldspraak - personificatie
- Bij een personificatie geef je menselijke eigenschappen aan een concreet voorwerp of iets abstracts.
Vb. De toekomst lacht me toe.

Slide 7 - Tekstslide

In onderstaande zin is sprake van:

De doellijntechnologie bewijst het: de bal heeft de achterkant van de lijn gezien.
A
Personificatie
B
Vergelijking
C
Personificatie

Slide 8 - Quizvraag

'Een broos groeiende economie is als een als een plantje.'
Dit is een ...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 9 - Quizvraag

'Beeldspraak' richt zich op ...
A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik

Slide 10 - Quizvraag

In onderstaande zin is sprake van:

In een oogwenk heeft de storm de straten schoongeveegd.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Personificatie

Slide 11 - Quizvraag

... maar de premier kwam met zo'n snoeischaar ...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 12 - Quizvraag

"Laten we geen wolk van pessimisme over Nederland trekken."
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 13 - Quizvraag

De storm huilde om het huis alsof hem iets werd aangedaan.
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie

Slide 14 - Quizvraag