Nakijken les 31

• Klassieke Talen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

r17 a me
wie is me?

1. Scipio
2. Hannibal
3. Punicus
4. dux

r17 victi estis
Hoe vertaal je deze vorm?

r17 multa milia
dit is een

1. nom.ev.
2. abl.ev.
3. nom.mv.
4. acc.mv.

r19 superatus sum
vertaal je met:

1. ik heb overwonnen
2. ik had overwonnen
3. ik ben overwonnen
4. ik was overwonnen

r21 cum is hier een

1. voorzetsel
2. voegwoord

r23 disce is een:

1. vocativus
2. imperativus

r24 breves is een:

1. nom.mv.
2. acc.mv.

r26 feceris vertaal je met:

1. jij sloot/maakte
2. jij hebt gesloten/gemaakt
3. jij zal sluiten/maken
4. jij zal hebben gesloten/gemaakt

r30 finitum erit
dit is een

1. perf.pass.
2. perf.act.
3. pl.perf. pass.
4. fut.ex. pass.

r31 proelimo ultimo
waar vindt deze plaats?

1. Rome
2. Carthago
3. Cannae
4. Zama