Les 6: Massa en volume

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Les 6: Massa en volume
  • Aanwezigheid
  • Inleveren meetrapport
  • Herhaling - checkvragen
  • Uitleg paragraaf 2.3 
  • Zelfstandig werken
Lesdoel: Kennis terughalen van de eerste lesweken, kennis opdoen over massa en volume

Slide 3 - Tekstslide

Meetrapport!
Ik kom ze ophalen :)
1 per groepje

Slide 4 - Tekstslide

Kennischeck
Pak je ipad
Ga in de lessonup met je eigen naam
Beantwoord de vragen
Fluisterniveau

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor soort klok is dit?
A
Analoog
B
Digitaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een natuurwetenschap?

Slide 7 - Woordweb

Wat is het verschil tussen natuurkunde en scheikunde?

Slide 8 - Woordweb

Wat is géén meetinstrument?
A
Thermometer
B
Fluit

Slide 9 - Quizvraag

In welke drie fasen kan een stof zich bevinden?

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk
Maken: Paragraaf 2.3 opdracht 1, 2, 4, 8

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een liter en een kilogram?

Slide 13 - Tekstslide

Massa 
  • Meetinstrument: weegschaal
  • Is niet hetzelfde als gewicht!
  • Grootheid en eenheid
  • De afstand die ik heb gelopen is 100 meter.
  • De massa van dit voorwerp is 1.3 kilogram.

Slide 14 - Tekstslide

  • Meetinstrument: maatcilinder
  •  Grootheid en eenheid
  • Het volume aan melk die je nodig hebt is 5 liter.
  • liter voor vloeistoffen, kubieke meter  voor vaste stoffen
  • 1 liter is hetzelfde als 1 dm3
  • 1 milliliter is hetzelfde als 1 cm3

Slide 15 - Tekstslide

Volume berekenen
Volume = lengte x breedte x hoogte

Slide 16 - Tekstslide

Onderdompelmethode

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: Paragraaf 2.3 opdracht 1, 2, 4, 8

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
2.3.1 Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
2.3.2 Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
2.3.3 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.
2.3.4 Je kunt het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen.

Slide 19 - Tekstslide