Debat uitleg V3

Debat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Debat

Slide 1 - Tekstslide

In deze (debat)les...

  • Wat?
  • Wat gaan wij doen?
  • Hoe?
  • Doelen?
  • Oefening argumenteren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een debat?
  • Een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn (voorstanders en tegenstanders). Bij een debat draait het om winnen.
  • Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander afgezwakt 
  • Doel is een derde partij/jury te overtuigen van jouw standpunt

Slide 3 - Tekstslide

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • Duidelijke regels en tijd

  • Eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • Al pratend positie innemen


  • Overtuigen gesprekspartner

  • Geen officiële regels

  • Eindoordeel op basis van gevoel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld bedenken?

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan wij doen?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (1)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
1. Inhoud: bij inhoud gaat het om wát je zegt.
  • Welke argumenten gebruik je?
  • Zijn het sterke argumenten?
  • Klopt je verhaal?
  • Is het feitelijk juist en logisch correct? (bronnen)

Slide 8 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (2)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
2. Presentatie: Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert en overbrengt.
  • Spreek je vloeiend en duidelijk?
  • Maak je goed gebruik van je taal en je stem?
  • Waar richt je je ogen op?
  • Hoe is jouw houding en hoe zijn jouw handgebaren?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (3)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
3. Luisteren en anticiperen: bij luisteren gaat het om onthouden en analyseren wat er verteld is.
  • Luister je kritisch naar de tegenstanders en onthoud je wat er verteld is?
  • Kun je voorspellen wat de tegenstanders gaan zeggen en daarop inspelen (verbanden leggen conclusies trekken)?

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt al...
  • Standpunten en argumenten herkennen
  • Je standpunt inleiden
  • Argumenten formuleren en onderbouwen 
  • Tegenargumenten herkennen en weerleggen
  • Betrouwbare informatie verzamelen en bronnen gebruiken (van bronnen naar argumenten)

Slide 11 - Tekstslide

Doelen: Wat ga je leren?
  • Eigen mening onderbouwen en goed onder woorden brengen > presenteren!
  • Kritisch luisteren en je verplaatsen in de gedachten van een ander
  • Anderen leren overtuigen

Slide 12 - Tekstslide

Oefening argumenteren
Bedenk een argument voor of tegen de stelling die jullie straks zien.
  • Typ jouw argument in de LessonUp.
  • Je mag dus voor of tegen de stelling zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Mijn zakgeld moet omhoog...

Slide 14 - Open vraag

Mobiele telefoons moeten worden toegestaan in de les

Slide 15 - Open vraag

Nederlands is geen verplicht vak meer op het VO

Slide 16 - Open vraag

Reflectie
  • Ik kan uitleggen wat een debat (en een discussie) is
  • Ik kan benoemen welke drie dingen belangrijk zijn bij een debat.
  • Ik heb voorzichtig geoefend met argumenteren 

Slide 17 - Tekstslide

stellingen
1 The Voice of Holland moet van de buis verdwijnen.
2 Schiphol is en blijft de enige internationale luchthaven, een transportcentrum met allure. Zestienhoven kan net zo goed sluiten.
3 Zonder gedegen onderricht in de klassieke talen heeft het gymnasium geen bestaansrecht meer.
4 In 'Sander en de kloof' doet Sander Schimmelpenninck stevige uitspraken over de ongelijkheid in Nederland. Het onderwijs moet bijdragen deze kloof te dichten.


Slide 18 - Tekstslide