11.2 Chromosomen doorgeven

11.2 Chromosomen doorgeven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

11.2 Chromosomen doorgeven

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik 11.1 

Uitleg 11.2
Maken van 11.2 vragen: 4, 5, 7, 10, 11, 12

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Vragen over het huiswerk?
Bespreken vraag: 10, 17, 18
Examenopdracht:

Slide 3 - Tekstslide

Hardlopers uit bepaalde delen van Oost-Afrika winnen veel meer lange-afstand- wedstrijden dan lopers uit andere delen van de wereld. Hoe het komt dat deze mensen zo goed kunnen hardlopen, is niet echt duidelijk.
Bekend is dat ze gewend zijn kilometers te rennen bijvoorbeeld om naar school te gaan. Andere mogelijke oorzaken zijn: de lichaamsbouw, de voeding en de hoge ligging van hun woongebied.
De lichaamsbouw heeft invloed op de prestaties bij het hardlopen.
Hebben omgevingsfactoren invloed op de lichaamsbouw? En hebben erfelijke factoren daar invloed op?


  A. alleen erfelijke factoren
  B. alleen omgevingsfactoren
  C. zowel erfelijke factoren als omgevingsfactoren

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
hoe je chromosomen doorgeeft
hoe geslachtscellen 23 chromosomen krijgen
waardoor al je cellen dezelfde chromosomen hebben

Slide 5 - Tekstslide

De 8 begrippen die je absoluut moet kennen
fenotype                                        meiose
genotype                                       mitose

dominant                                       homozygoot
recessief                                        heterozygoot

Slide 6 - Tekstslide

De 8 begrippen die je absoluut moet kennen
fenotype                                        meiose
genotype                                       mitose

dominant                                       homozygoot
recessief                                        heterozygoot

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchte eicel bevat 23 chromosomen paren: 
Ontstaan door 23 chromosomen van vader en 23 chromosomen van moeder. Chromosomen aantal: 46.
3
23 chromosomen van vader
1
23 chromosomen van moeder
2
23
23
46
Miljoenen nieuwe lichaamscellen ontstaan. Dat gebeurt door deling van de moedercel. Elke nieuwe cel (dochtercel) bevat 46 chromosomen met precies dezelfde informatie. Het genotype van elke dochtercel is hetzelfde, de informatie over de erfelijke eigenschappen is gelijk.
4

Slide 12 - Tekstslide

Welk geslachts-
chromosoom kan 
voorkomen in een
 zaadcel vaneen 
galapagos-pinguïn?


A. alleen W-chromosoom
B. alleen Z-chromosoom
C. een W-chromosoom
of Z-chromosoom

Slide 13 - Tekstslide

Eén van de genen op chromosoom 21 is betrokken bij het omzetten van geluidsprikkels in impulsen.
Hoe vaak komt dit gen voor in een spiercel van iemand met het syndroom van Down?  Kies uit: 1/ 2/ 3/ 23/ 46/ 47 

Slide 14 - Tekstslide

Mitose     -     Meiose
-Gewone celdeling voor groei, herstel.
-Aantal chromosomen blijft 46
-Alle chromosomen komen in tweetal voor
-Diploide cellen
-In het hele lichaam of hele plant

-Celdeling om voortplantingscellen te maken
-Aantal chromosomen gehalveerd: 46            23
-Elk chromosoom komt maar 1x voor
-Haploide cel
-In de eierstokken, zaadballen, stamper en meeldraad

Slide 15 - Tekstslide

Nu en huiswerk
-Lees paragraaf 11.2

-Maak van deze paragraaf de vragen 4, 5, 7, 10, 11, 12
OF
Maak een filmpje waarin je de meiose en de mitose laat zien met 'draadjes'. En maak de vragen 4 en 5 

Slide 16 - Tekstslide

DNA
chromosoom
celkern
cel

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe zou je de bevruchting van een eicel weer kunnen geven op chromosomenniveau?
A
46 - 23 = 23
B
23 + 23 = 46
C
92 - 46 = 46
D
46 + 46 = 92

Slide 18 - Quizvraag

Op welk moment van de mitose zijn de chromosomen voor het eerst zichtbaar?
A
als de chromosomen zichzelf kopiëren
B
als de chromosomen paren in het midden van de cel vormen
C
als de chromosomenparen splitsen en uit elkaar gaan
D
als de cel zich in tweeën deelt

Slide 19 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
mitose
B
meiose
C
bevruchting

Slide 20 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
mitose
B
meiose
C
bevruchting

Slide 21 - Quizvraag

Mitose
Meiose

Slide 22 - Sleepvraag


Waar vindt geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
C
De celdeling van een bevruchte eicel.
D
Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Slide 23 - Quizvraag

Aan het einde van de mitose heb ik
A
2 cellen met 23 chromosomen
B
2 cellen met 46 chromosomen
C
4 cellen met 23 chromosomen
D
4 cellen met 46 chromosomen

Slide 24 - Quizvraag

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 25 - Quizvraag

Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
in de geslachtscellen
in alle andere cellen
chromosomen verdubbelen

Slide 26 - Sleepvraag