In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§4.2 Keizers, koningen en heren
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 13 van §4.2
Slide 2 - Tekstslide
Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
Slide 3 - Tekstslide
Leg uit wat het hofstelsel is
Slide 4 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Dat de samenwerking tussen koningen en kerkleiders belangrijk is voor het ontstaan van het Frankische Rijk
- Hoe het leenstelsel werkt
- Welke gevolg het leenstelsel heeft voor het bestuur in Europa
Slide 5 - Tekstslide
Filmpje
De Franken
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Koning Clovis
Frankische Koning Clovis kan alle Franken onder zich verenigen
Het succes van Clovis heeft twee oorzaken:
Goed leider
Clovis leidt zijn leger zeer goed en verslaat veel vijanden
Christendom
Clovis laat zich dopen tot christen (terwijl veel Franken nog niet christelijk zijn)
Slide 8 - Tekstslide
Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig
Slide 9 - Tekstslide
Karel de Grote
De bekendste Frankische koning is Karel de Grote
Het rijk wordt door hem rond 800 op zijn grootst
Karel de Grote verspreidt ook het christendom
Hierdoor kroont de paus hem dan ook tot keizer
Slide 10 - Tekstslide
Filmpje
Karel de Grote
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote?
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel
Slide 14 - Sleepvraag
Rondreizend bestuur
Het rijk van Karel de Grote is erg groot:
Om dit te besturen wil hij overal in zijn rijk zijn
Vaak stuurt hij een boodschapper, maar hij reist zelf ook veel
Maar het is te traag en neemt veel tijd in beslag
Er moet toch een betere manier zijn...
Slide 15 - Tekstslide
McDonald's
Stel je voor dat je de baas bent van McDonald's. Dan heb je 37.000restaurants in 120 landen.
Het is natuurlijk erg lastig om in al deze restaurants alles in je eentje te kunnen regelen.
Dus wat is nou een goede oplossing voor dit probleem?
Slide 16 - Tekstslide
McDonald's
Stel je voor dat je de baas bent van McDonald's. Dan heb je 37.000restaurants in 120 landen.
Het is natuurlijk erg lastig om in al deze restaurants alles in je eentje te kunnen regelen.
Dus wat is nou een goede oplossing voor dit probleem?
Oplossing:
Je laat een aantal mensen jou helpen! Je leent de restaurants aan 120 mensen die in hun land alles regelen! Zij mogen bijvoorbeeld kiezen wat er op het menu komt en hoe reclame wordt gemaakt. In ruil hiervoor moeten ze jou alleen maar een deel van het geld geven.
Dit is het leenstelsel!
Slide 17 - Tekstslide
Het leenstelsel
Karel de Grote vraagt hulp aan de adel
Deze edelen mogen dan een stuk van het rijk besturen
Het gebied blijft van Karel, maar ze mogen het lenen
Dit noemen we het leenstelsel
Je kon graaf of hertog worden:
Graaf: De baas in een klein gebied, een graafschap. Dit was minder belangrijk
Hertog: De baas in een groot gebied, een hertogdom (bijvoorbeeld Brabant). Dit was erg belangrijk
Slide 18 - Tekstslide
De afspraken
De Leenheer
Houdt het gebied in bezit, maar leent het gebied aan iemand van adel.
De Leenman
Mag het gebied lenen en:
- Bestuurt het gebied
- Spreekt er recht
- Levert soldaten
- Mag inkomsten van het gebied houden
- Moet de leenheer trouw zijn
De persoon die een gebied uitleent
De persoon die een gebied leent
Slide 19 - Tekstslide
Filmpje
Het leenstelsel
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Bij wie hoort het? Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 22 - Quizvraag
Bij wie hoort het? Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 23 - Quizvraag
Bij wie hoort het? Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 24 - Quizvraag
Bij wie hoort het? Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 25 - Quizvraag
Probleem met leenstelsel
Veel leenmannen doen alsof het gebied hun bezit is
Soms gaan leenmannen het gebied zelfs opnieuw uitlenen
Op deze manier krijg je achterleenmannen
Hierdoor hebben middeleeuwse koningen weinig macht
Slide 26 - Tekstslide
Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenman
Achterleenman
Slide 27 - Sleepvraag
Verschillen tussen leenstelsel en hofstelsel
Leenstelsel
Hofstelsel
Afspraak tussen belangrijke edellieden (koning/hertogen)
Afspraak tussen lagere mensen (ridder/geestelijke/boer)
Gaat over een groot gebied (provincies van landen)
Gaat over een klein gebied (een dorp met omgeving)
Bepaalt hoe een gebied bestuurd wordt (politiek)
Bepaalt hoe mensen zichzelf onderhouden en met elkaar omgaan (economie/sociaal)
Slide 28 - Tekstslide
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben