L3T1

Thema 1 Organen en cellen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1
Organismen

Slide 2 - Tekstslide

Organismen
  • Levende wezens
  • Bacteriën, schimmels, planten en dieren
  • Kunnen van uiterlijk en grootte erg verschillen 
  • Opgebouwd uit 1 of meer cellen 

Slide 3 - Tekstslide

Levenskenmerken
  • Alle organismen vertonen levenskenmerken
  • Voortplanten
  • Groeien
  • Ontwikkelen
  • Reageren op prikkels
  • Bewegen
  • Stofwisseling
  • Ademhalen
  • Voeden
  • Uitscheiden 

Slide 4 - Tekstslide

Levend, dood, levenloos
  • Levend: Organisme dat alle levensverschijnselen vertoont.
  • Dood: Iets dat ooit geleefd heeft. 
  • Levenloos: Iets dat nooit geleefd heeft.   

Slide 5 - Tekstslide

Levensloop en levenscyclus
  • Individu = ieder apart organisme
  • Ieder individu heeft een levensloop: begint met geboorte en eindigt met de dood. 
  • Ieder soort heeft een levenscyclus: Individuen krijgen steeds nakomelingen waardoor de soort blijft bestaan.  

Slide 6 - Tekstslide

Basisstof 2
De bouw van een organisme

Slide 7 - Tekstslide

Orgaan
Deel van een orgaanstelsel met één of meerdere functies.

Slide 8 - Tekstslide

Torso

Slide 9 - Tekstslide

Doorsnede van de torso
Tip: Kijk altijd waar de ruggenwervel zit. Die kant is de rugzijde.

Slide 10 - Tekstslide

Weefsels
Groep cellen met dezelfde bouw en functie (vorm en taak).

Slide 11 - Tekstslide

Plantaardige cel en dierlijke cel
Dierlijke cel

Slide 12 - Tekstslide

Orgaanstelsel
Orgaan = meerdere weefsels samen die samen 1 of meerdere taken uitvoeren.
Orgaanstelsel =  groep organen die samenwerken. 

Slide 13 - Tekstslide

De organisatieniveaus van groot naar klein.

Slide 14 - Tekstslide

Basisstof 3
Werken met de microscoop

Slide 15 - Tekstslide

Niet alle cellen zijn even groot.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Basisstof 4
Cellen

Slide 19 - Tekstslide

Organellen
Celkern: regelt alles in de cel en bevat DNA
Cytoplasma: vloeistof met opgeloste stoffen
Celmembraan: Vlies om het cytoplasma die de boel bij elkaar houdt. 
Vacuole: blaasje gevuld met vocht in het cytoplasma dat zorgt voor stevigheid en opslag van stoffen. 
Celwand: stevige laag om de cel heen, bestaat uit tussencelstof.

Slide 20 - Tekstslide

Plastiden
Chloroplasten: bladgroenkorrels, in alle groene delen van de plant, hierin vindt fotosynthese plaats.

Chromoplasten: kleurstofkorrels, komen voor in bloemen en vruchten, zorgt voor de kleuren geel, oranje en rood.

Leukoplasten: bijvoorbeeld amyloplasten (zetmeelkorrels), zijn kleurloos en een opslag van stoffen, bijvoorbeeld zetmeel.

Slide 21 - Tekstslide

Basisstof 5
Chromosomen

Slide 22 - Tekstslide

Chromosomen
  • Zit in de celkern.
  • Komen in paren voor in de lichaamscellen.
  • Komen enkelvoudig voor in geslachtscellen.
  • Bestaan uit eiwitten en DNA
  • Bevat informatie over erfelijke eigenschappen

Slide 23 - Tekstslide

Chromosomenportret (karyogram)

Slide 24 - Tekstslide

Elk soort vaste hoeveelheid chromosomen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Basisstof 6
Gewone celdeling.
Mitose

Slide 27 - Tekstslide

Mitose, gewone celdeling
  • Mensen ontstaan uit 1 bevruchte eicel.
  • Volwassene bestaat uit  30 tot 40 biljoen cellen.
  • Je lichaam maakt steeds nieuwe cellen aan. 

Slide 28 - Tekstslide

Vorming van nieuwe cellen
1. kerndeling
2. celdeling
3. plasmagroei

Slide 29 - Tekstslide

Mitose stap 1: Kopiëren
1. Elke chromosoom maakt 1 kopie van zichzelf
2. DNA ketens zitten op 1 plek aan elkaar vast

Slide 30 - Tekstslide

Stap 2: Kerndeling
1. Chromosomen gaan spiraliseren.
2. DNA-ketens rollen zich op als een spiraal.
3. Chromosomen worden zichtbaar onder een microscoop.

Slide 31 - Tekstslide

Stap 3, 4 en 5 van kerndeling
  • DNA- ketens gaan uit elkaar.  
  • Punt waarop ze aan elkaar vast zitten gaat los.
  • De dochtercellen hebben nu allebei 1 van de DNA-ketens.
  • De dochtercellen zijn genetisch identiek aan de moedercel.

Slide 32 - Tekstslide

Stap 6: Celdeling
  • Er komt een celmembraan tussen de beide dochtercellen.
  • Cytoplasma wordt gescheiden.
  • Er zijn nu 2 losse dochtercellen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video