In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Kennisdeling
Ellen Jöbses
Datum: 18 juni 2020
Module: onderzoekende leraar
Opleiding: Leraar gezondheidzorg en welzijn
Tijdsduur: 30 - 45 minuten
Slide 1 - Tekstslide
Individuele begeleiding bij studenten met ASS:
Mission Impossible?
Slide 2 - Tekstslide
Opbouw kennisdeling
- Voorkennis
- Doelen en visie
- Aanleiding onderzoek
- Procesbeschrijving en theorie
- Aan de slag met oplossingsgerichte vragen
- Afronden
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent autisme in het mbo voor jou?
Slide 4 - Woordweb
Context van het onderzoek
Opleiding Helpende Zorg en Welzijn (HZW)
Niveau 2
Locatie Maastricht
Mentoren van team HZW > gericht op de indivuele begeleiding.
Slide 5 - Tekstslide
Doel van het praktijkonderzoek
In kaart brengen van:
- inzichten
- kennis
- handvatten
Die een mentor (HZW) nodig heeft of moet bezitten om een student met ASS te kunnen begeleiden
Slide 6 - Tekstslide
Aanleiding onderzoek
- Intervisie moment
Slide 7 - Tekstslide
Intervisie moment
Sparren met collega's
Mindmapping
Enquête
Interviews
Hoofdvraag:
Wat heeft een docent, opleiding Helpende Zorg en Welzijn, in de rol van mentor, nodig om ondersteuning en begeleiding te kunnen bieden aan een student met een autismespectrumstoornis (ASS)?
Slide 8 - Tekstslide
Mentor > individuele begeleiding
Slide 9 - Woordweb
Mijn visie
Het toepassen van aangepaste communicatie en vraaggericht werken creeert een veilig leerklimaat .
Piramide van Maslow
Beheersmatig werken versus vraaggericht werken
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
Ruim 1% van de Nederlandse bevolking heeft autisme. De DSM-5 (handboek van psychiatrische aandoeningen) spreekt nog maar van één autisme-diagnose: de ‘autismespectrumstoornis’ (ASS) (NVA, z.d.).
Gemiddeld één op de twaalf studenten binnen het mbo heeft te kampen met ernstige emotionele, leer- en of gedragsproblemen als gevolg van psychiatrische stoornis (Janssen & Van Lierop, 2006).
De meest voorkomende vormen van autisme binnen het mbo-onderwijs zijn PDD-NOS en het Syndroom van Asperger (Janssen & Van Lierop, 2006).
Slide 11 - Tekstslide
Theorie
Wil een student zich prettig kunnen voelen in de schoolomgeving, dan moet in zijn basisbehoeften worden voorzien. Er worden drie basisbehoeften onderscheiden: competentie, relatie en autonomie (Geerts & Kralingen, 2018).
De mentor is verantwoordelijk voor de zorgstudent en heeft een belangrijke signalerende rol in de begeleiding van de student.
Volgens Vries (2014) moet er door docenten meer handelingsgericht gewerkt worden, hiertoe behoort onder andere: ‘het centraal zetten van de onderwijsbehoeften van de studenten, uitgaan van kansen en positieve aspecten van de student.