Voornaamwoorden_2V

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vandaag doen we:

- LessonUp over voornaamwoorden (en nog een paar andere woordsoorten)

- Oefenblaadje zinsontleding en woordsoortbenoeming
                                       Goede oefeningen voor de toets van morgen!

Benoem het woord tussen sterretjes.

We hebben *elkaar* een hand gegeven.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Heb je *je* bezeerd tijdens de gymles?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Hadden jullie *hem* nog een cadeautje gegeven?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

In deze paragraaf leer *je* wat een synoniem is.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Ik heb *haar* schoenen even bij de deur gezet.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Zullen we gewoon vriendelijk zijn tegen *elkaar*?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Heb je *je* spullen gepakt?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Gisteren hebben we *ons* enorm geërgerd.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

*Het* regent al de hele dag.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Benoem het woord tussen sterretjes.

Heeft Linda *jullie* huis al eens gezien?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

En nu nog wat andere woordsoorten...

Hoewel *het* dierendag is, heeft Liam niets speciaals gekocht voor zijn hondje.

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. persoonlijk vnw
4. zelfstandig naamwoord

Hoewel het dierendag is, heeft *Liam* niets speciaals gekocht voor zijn hondje.

1. persoonlijk vnw
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Hoewel het dierendag is, heeft Liam niets speciaals *gekocht* voor zijn hondje.

1. hww
2. kww
3. zww
4. bnw

Hoewel het dierendag is, heeft Liam niets speciaals gekocht voor *zijn* hondje.

1. persoonlijk vnw
2. koppelwerkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. bezittelijk vnw

Rico *is* een Jack Russell-terriër. Hij speelt het liefst de hele dag met een bal.

1. zww
2. hww
3. kww
4. bezittelijk vnw

Gisteren is *het* dan eindelijk gebeurd.

1. lw
2. persoonlijk vnw
3. vz
4. bijvoeglijk naamwoord

En dan oefenen we nu nog een beetje op papier.

- zinsontleding

- woordsoortbenoeming