Het sterke zuur waterstoffluoride is in staat om metaal, emaille etc. kapot te vreten. Het reageert niet met plastic, daarom kan het verhandeld worden in plastic containers.
Slide 5 - Tekstslide
Basen
Basen zijn stoffen die zeepachtig aanvoelen
Voorbeelden: ammonia, gootsteenontstopper, soda
Tijdens hoofdstuk 3 (water) in het vorig jaar zou al moeten zijn gesproken over dit soort stoffen
Ook natriumhydroxide (gootsteen ontstopper) is in staat menselijk weefsel kapot te 'vreten'
Natriumhypochloriet (chloorwater) kan dna en bloed kapot maken
Slide 6 - Tekstslide
Neutrale stoffen
Neutrale oplossingen voelen niet zeepachtig aan en smaken niet zuur. Ze kunnen wel zoet, zout of bitter smaken.
Ze kunnen ook zeer gevaarlijk zijn
Bijvoorbeeld
Kaliumcyanide (cyaankali) werd veel gebruikt om zelfmoord te plegen.
1 gram is dodelijk
LD50 = 3 mg per kilogram lichaansgewicht
Adolf Hitler, Eva Braun, Himmler en Göring pleegden zelfmoord met cyaankali
Slide 7 - Tekstslide
Indicatoren
Om te controleren of een oplossing zuur, basisch of neutraal is zonder dit te proeven of te voelen kan gebruik gemaakt worden van indicatoren.
Tabel 36 geeft een aantal indicatoren weer met de bijbehorende kleuromslag.
als voorbeeld: Fenolftaleïne. Dat is een indicator die in een oplossing van 8 en hoger paars is gekleurd. Lager dan pH 8 is het kleurloos
Hoe lager de pH hoe zuurder de oplossing is
Dus een oplossing van pH = 4 is een zure oplossing en fenolftaleïne is kleurloos
Slide 8 - Tekstslide
Indicatoren
Om te controleren of een oplossing zuur, basisch of neutraal is zonder dit te proeven of te voelen kan gebruik gemaakt worden van indicatoren.
Een heel bekende indicator is bijvoorbeeld rodekool.
Rode kool wordt gekookt met of een stukje zure appel of een scheutje azijn erbij. Dit is niet alleen voor de smaak maar ook voor de kleur. Door het zuur toe te voegen kleurt rodekool mooi rose-rood. Zou je er iets base bij doen (soda) dan word rode kool ineens groen tot groengeel.
Slide 9 - Tekstslide
Indicatoren
Om te controleren of een oplossing zuur, basisch of neutraal is zonder dit te proeven of te voelen kan gebruik gemaakt worden van indicatoren.
In de praktijk worden pH meters gebruikt of pH strookjes. De meters geven de pH op een leerbare schaal weer. De strookje veranderen van kleur en deze moet je vergelijken met een kleurschaal op de verpakking. daarmee is een indicatie van de pH te bepalen.
Kleurstoffen in bloemen veranderen ook van kleur als de pH veranderd. Daarom kan je aan sommige bloemen zien of ze in zure of arme grond staan
Slide 10 - Tekstslide
Hortensia
In zure grond worden de bloemblaadjes van de hortensia blauw. Bijvoorbeeld aluminiumsulfaat toevoegen
In basische grond worden de bloemblaadjes van de hortensia rood. Bijvoorbeeld kalk toevoegen
Slide 11 - Tekstslide
Indicatoren
Kleurstoffen in bloemen en bijvoorbeeld koolsoorten kunnen dus aanwijzen of iets zuur of basisch is.
aanwijzen = indiceren => indicator
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Bepaal de pH van de verschillende oplossingen
Let op niet ruiken aan de vloeistoffen en deze ook niet mengen !!!
Slide 13 - Tekstslide
Kan je het volgende al?
Je kunt voorbeelden benoemen van zure en basische oplossingen in het dagelijkse gebruik
Je kunt een aantal indicatoren benoemen waarmee kan worden nagegaan of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je kunt de mate van zuur of basisch zijn van een oplossing aanduiden met de pH-schaal.
Je kunt met universeel indicatorpapier de zuurgraad van een oplossing meten.
Je kunt de kleur van bloemen van een hortensia verklaren aan de hand van
de zuurgraad van de grond.
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 1 van dit hoofdstuk (10)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.