Havo 2 Elektriciteit oefenen

Kees wilt drie lampjes parallel schakelen. Hierbij wilt hij dat ieder lampje apart aan of uit te zetten is door een schakelaar. Welk schakelschema moet Kees gebruiken?
A
B
C
D
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kees wilt drie lampjes parallel schakelen. Hierbij wilt hij dat ieder lampje apart aan of uit te zetten is door een schakelaar. Welk schakelschema moet Kees gebruiken?
A
B
C
D

Slide 1 - Quizvraag

Stelling 1: De netspanning in Nederland is 240 V.
Stelling 2: In een telefoonadapter zit een transformator, deze zet de netspanning om naar een lage spanning.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel Ampère staat
aangegeven op de
Ampèremeter?
A
2,3 A
B
0,023 A
C
0,23 A
D
2,4 A

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel Ampère staat
aangegeven op de
Ampèremeter?
A
4,5 A
B
0,45 A
C
0,045 A
D
0,50 A

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke schakeling is de totale spanning 30 V? Let op iedere batterij heeft een spanning van 10 V.
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

In het plaatje hiernaast is een schakeling weergegeven. Iedere batterij levert een spanning van 3V. Wat is de totale spanning die geleverd wordt?
A
12 V
B
9 V
C
6 V
D
4,5 V

Slide 6 - Quizvraag

Hiernaast is een schakeling weergegeven, deze bestaat uit een batterij, een schakelaar en drie lampjes. Wat is het juiste bijbehorende schakelschema?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Frederik sluit een elektromotor aan op 2 batterijen die in serie geschakeld zijn. Beide batterijen leveren een spanning van 6,0 V. De elektromotor neemt een vermogen op van 13,2 W. Frederik meet de stroomsterkte door de elektromotor. Bereken de stroomsterkte die de stroommeter aangeeft.

Slide 8 - Open vraag

Gegeven: 2 batterijen in serie geschakeld --> optellen
U = 6,0 V + 6,0 V = 12 V
P = 13,2 W
P = U * I
Te berekenen: I      (P = U*I  --> I = P/U)
Berekening:
I = P/U = 13,2 / 12 = 1,1 A

Slide 9 - Tekstslide

Hiernaast zie je een schakelschema van 3 lampjes. Op lampje 1 en 2 staat 12 V / 9 W. Op lampje 3 staat 5,25 W. Wat is de stroomsterkte door lampje 1? Wat is de spanning over lampje 3? Wat is de totale stroomsterkte en de totale spanning?

Slide 10 - Open vraag

Gegevens: L1 en L2: U = 12 V, P = 9 W
L3: P = 5,25 W
P = U * I
Te berekenen: I (L1), U (L3), I(totaal), U(totaal)
Berekening: I(L1):
I = P/U,  I = 9/12 = 0,75 A = 750 mA
Serieschakeling, stroomsterkte overal gelijk.
U(L3):
I(L3) = 0,75 A --> U = P/I = 5,25/0,75 = 7 V
I(tot) = I(1) = I(2) = I(3) = 0,75 A = 750 mA (serieschakeling)
U(tot) = U(1) + U(2) + U(3) = 12 V + 12 V + 7 V = 31 V

Slide 11 - Tekstslide