wk47 wisselvz + spreken + vz 2e nv

Periode 2
PW stof BW2:

- Wörter Kapitel 2
- Satzbau (S.63)
- Modalverben TT +VTDW (S. 54)
- Präpositionen (alle!): voorzetsels in het Duits en woorden bij de der/ein groep in het Duits. Rijtjes moet je kennen!
- Stukje schrijven

Die Wolke lezen en toets maken (na BW2)




1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periode 2
PW stof BW2:

- Wörter Kapitel 2
- Satzbau (S.63)
- Modalverben TT +VTDW (S. 54)
- Präpositionen (alle!): voorzetsels in het Duits en woorden bij de der/ein groep in het Duits. Rijtjes moet je kennen!
- Stukje schrijven

Die Wolke lezen en toets maken (na BW2)




Slide 1 - Tekstslide

Dienstag, der 23. November
Sprechen: Thema Hobby
herhalen vaste voorzetsels/wisselvoorzetsels
m. 15 en 17


Slide 2 - Tekstslide

Sprechen
Sag mal, was ist dein Hobby und wieso?

groepje van 4, ieder vertelt, anderen geven feedback.
daarna van elk groepje 1 persoon nog een keer vertellen

Slide 3 - Tekstslide

Präpositionen
Voorzetsels met vaste naamval:
welke zijn het ook alweer
hoe werkt het?

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels met ALTIJD de 3e nv

Voorzetsels met ALTIJD de 4e nv

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels 2e naamval
während = tijdens
infolge = ten gevolge van
statt = in plaats van
wegen = vanwege, wegens
trotz = ondanks
außerhalb = buiten (plaats en tijd) 
innerhalb = binnen (plaats en tijd)

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen met de vaste voorzetsels

Slide 8 - Tekstslide

An die Arbeit
m. 15 en 17
afm. vaste voorzetsels

Slide 9 - Tekstslide

Hausaufgaben
leren 1 tm 3      
l. modale ww (kleine boekje)
l. voorzetsels: B (2e S 21)), C (3e, C S. 22)), D (4e S. 22)), 
dl keuze: S. 25

Slide 10 - Tekstslide

Mittwoch, der 24. November
Keuzevoorzetsels + andere vz
m. 35, 36, 37

Slide 11 - Tekstslide

Keuze voorzetsels

Slide 12 - Tekstslide

timer
1:00
Noem de
keuzevoorzetsels
(zijn er 9)

Slide 13 - Woordweb

Welke 3 regels zijn er ook alweer voor de keuze voorzetsels?
1. 2. 3.
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Dit zijn ze:

Slide 15 - Tekstslide

Regel 1. DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                                                       wann? (=wanneer)


ERGENS ZIJN/Tijdsbepaling

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar staat hij? "voor de deur" dus DATIV

Er steht vor der Tür.

Slide 17 - Tekstslide

Regel 2. Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN

Slide 18 - Tekstslide

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen? springt hij "in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

Slide 19 - Tekstslide

7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord?
7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval

Ich warte auf meine Mutter.
Der Vater ist stolz (=trots) auf seinen Sohn.
Er weiß sehr viel über die Geschichte (v). 
 

Slide 20 - Tekstslide

Ezelsbruggetje:
1. Een auto met drie wielen staat stil
2. Een auto met vier wielen rijdt

Bevinden is 3e naamval. (regel 1)
Beweging is 4e naamval (regels 2)

En als het geen van beiden is? Dan de 7/2 regel! (regel 3)

Slide 21 - Tekstslide

An die Arbeit!
m. 35, 36, 37
extra opdracht keuze voorzetsels

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben
leren 1 tm 3      
l. modale ww (kleine boekje)
l. voorzetsels: B (2e S 21)), C (3e, C S. 22)), D (4e S. 22)), keuze: S. 25

Slide 23 - Tekstslide

Donnerstag, der 25. November
Sehen: Logo TV
lesen 18
Wörter 3
Sprich mal: weg uitleggen, welke woorden heb je daarvoor nodig?

Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgaben
leren 1 tm 3      
l. modale ww (kleine boekje)
l. voorzetsels: B (2e S 21)), C (3e, C S. 22)), D (4e S. 22)), keuze: S. 25

Slide 25 - Tekstslide