Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammaticatest
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Ils connaissaient
B
Ils connaissent
C
Ils connaitre
D
Ils ont connu
1 / 19
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Ils connaissaient
B
Ils connaissent
C
Ils connaitre
D
Ils ont connu
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Tu connaissais
B
Tu connais
C
Tu connaitras
D
Tu connaitre
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Elles ont connu
B
Elles ont connaissu
C
Elles sont connues
D
Elles ont connues
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de futur simple?
A
Je connaitrais
B
Je connaitrai
C
Je connaisstrais
D
J'ai connu
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de imparfait?
A
Je connaitrais
B
Je connais
C
Je connaissais
D
Je connaissaitrais
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Tu es connu
B
Tu as connu
C
Tu as connaissu
D
Tu connaitras
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Elle a connu
B
Elle connaissait
C
Elle est connue
D
Elle connaitrait
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de imparfait?
A
Ils connaissent
B
Ils connaissont
C
Ils connaitraient
D
Ils connaissaient
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de conditionnel?
A
Je connaitrais
B
Je connaitrai
C
Je connaistrais
D
Je connaissais
Slide 9 - Quizvraag
venir, présent
Ils .............. au match de foot
A
vienent
B
viendront
C
viennent
D
venaient
Slide 10 - Quizvraag
venir, futur simple
Demain, ils........... à la fête de l'école.
A
viennent
B
venaient
C
viendraient
D
viendront
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "venir" in de imparfait?
A
Je vennais
B
Je venai
C
Je venais
D
Je viendrais
Slide 12 - Quizvraag
Choisis la bonne réponse!
Zal je op het schoolfeest komen?
A
Tu viendra à la fête du lycée?
B
Tu viendras à la fête du lycée?
C
Tu vas venir à la fête du lycée?
D
Tu viendrai à la fête du lycée?
Slide 13 - Quizvraag
y + en
Je vais à Paris
A
J' y vais
B
J'en vais
Slide 14 - Quizvraag
Il est aux toilettes.
A
Il en est.
B
Il y est aux.
C
Il y est.
D
Il en est aux.
Slide 15 - Quizvraag
Elle a envie d'un jus d'orange.
A
Elle y a envie.
B
Elle en a envie.
C
Elle y envie de
D
Elle en a envie de.
Slide 16 - Quizvraag
Je vais participer au concours.
A
Je vais en participer.
B
Je vais y participer.
C
J' y vais participer.
D
J 'en vais participer.
Slide 17 - Quizvraag
Elle veut parler de ses vacances.
A
Elle veut y parler.
B
Elle y veut parler.
C
Elle veut en parler.
D
Elle en veut parler.
Slide 18 - Quizvraag
Tu veux aller en vacances en Italie?
Non,
A
je n'y veux pas aller en vacances.
B
Je n'en veux pas aller en vacances.
C
je ne veux pas en aller en vacances.
D
je ne veux pas y aller en vacances.
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Diagnostische toets werkwoorden
Mei 2020
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Diagnostische toets werkwoorden
Maart 2024
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Le verbe "Connaitre"
Februari 2021
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3H Ch3 Bron G cmf
Januari 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les klas 3 - connaître
Maart 2020
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 16/2/2021
Februari 2021
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
connaître - 13.1
Maart 2022
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoord 3TL connaitre
April 2024
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3