Het gehalte aan cholesterol in het bloed kan een rol spelen bij het ontstaan van vernauwing in bloedvaten. Cholesterol is een bepaald type vet. Cholesteroldeeltjes kunnen in de wand van bloedvaten terechtkomen. Bepaalde bloeddeeltjes nemen dit cholesterol in zich op, net zoals ze ziekteverwekkers onschadelijk maken.
Hoe heten deze bloeddeeltjes?
A
trombocyten
B
bloedplasma
C
erytrocyten
D
leukocyten
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Het gehalte aan cholesterol in het bloed kan een rol spelen bij het ontstaan van vernauwing in bloedvaten. Cholesterol is een bepaald type vet. Cholesteroldeeltjes kunnen in de wand van bloedvaten terechtkomen. Bepaalde bloeddeeltjes nemen dit cholesterol in zich op, net zoals ze ziekteverwekkers onschadelijk maken.
Hoe heten deze bloeddeeltjes?
A
trombocyten
B
bloedplasma
C
erytrocyten
D
leukocyten
Slide 1 - Quizvraag
De kans op het knappen van een zwakke plek is in de aorta veel groter dan in een holle ader.
Waardoor wordt dit veroorzaakt?
A
De bloeddruk in de aorta is veel hoger dan in een holle ader.
B
De wand van de aorta is dunner dan de wand van een holle ader.
C
Het bloed in de aorta bevat meer zuurstof dan dat in een holle ader.
Slide 2 - Quizvraag
Waar in het lichaam worden rode bloedcellen gemaakt?
A
lever
B
hart
C
ruggenmerg
D
beenmerg
Slide 3 - Quizvraag
Wat weet jij van het lymfevatenstelsel?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Weefselvloeistof
weefselvloeistof is het bloedplasma dat het bloedvat is uitgegaan en in het weefsel terecht is gekomen
bloedplasma
bloedplasma is water met daarin opgelost voedingszouten, en afvalstoffen
Lymfe
lymfe is het weefselvocht dat in het lymfevat terecht is gekomen
Slide 7 - Tekstslide
Bloedplasma,
weefselvloeistof,
lymfe
Bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe
Slide 8 - Tekstslide
Lymfevat stelsel
- Gesloten buizensysteem
- Stroomt lymfe erdorheen
-Bestaat uit lymfoïde organen:
lymfeknopen, zwezerik, milt..
- Functie is afweer
- Begint met kleine haarvaten die steeds groter worden
- Eindigen in de linker en rechter
ondersleutelbeenader
Slide 9 - Tekstslide
Lymfevat
Gaat van het weefsel naar de holle ader
lijkt op een ader:
heeft kleppen,
dunne wand,
geen druk
lymfetransport door adempomp, hartpomp, spierpomp en arteriële pomp
Slide 10 - Tekstslide
Lymfevat in detail:
Slide 11 - Tekstslide
Lymfe
Lymfe :vloeistof die in de lymfevaten zit
Lymfevaten zitten in alle organen en nemen weefselvloeistof op.