Je gebruikt to be going to + hele werkwoord als:
- iemand een voorspelling doet en er bewijs is.
- iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat al vaststaat / eerder is afgesproken.
- Frits: "Patrick told me you're going on holiday."
- Marly: "Yes, we are going to invite our dearest friends to come with us."
--> Het is al eerder afgesproken --> to be going to + hele werkwoord
- He read that the weather is going to be great next week.
- Look at the dissappearing clouds. It is going to be sunny any moment now.
--> Er is wel bewijs (hij las het / ziet het gebeuren) --> to be going to + hele werkwoord