Eiwitten en Vetten

Koolhydraten
  • Welke typen zijn er?
  • Waar vind je ze?
  • Hoe worden ze afgebroken?
  • Hoe worden ze opgenomen in het bloed?
  • Waar worden ze gebruikt of opgeslagen?


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Koolhydraten
  • Welke typen zijn er?
  • Waar vind je ze?
  • Hoe worden ze afgebroken?
  • Hoe worden ze opgenomen in het bloed?
  • Waar worden ze gebruikt of opgeslagen?


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)
12V darm: Nieuw amylase
Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf in stappen de koolhydraatvertering. Noem organen, enzymen, substraten en producten.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten 
  • Pepsinogeen geactiveerd tot pepsine door zoutzuur in maag
  • Trypsinogeen geactiveerd tot trypsine door enterokinase in twaalfvingerige darm
  • Peptidasen in dunne darmsap
  • Aminozuren verlagen pH

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwit
20 verschillende aminozuren
Essentiele aminozuren en niet-essentiele aminozuren

BINAS tabel 67H
De niet essentiele aminozuren kunnen in de lever worden gemaakt uit andere aminozuren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke aminozuren horen minimaal in een gezond dieet (benoem ze allemaal)?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

pepsine = peptidase

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Maagwand produceert maagsap
Kliercellen maken H+ en CL- (HCL)
Andere cellen produceren slijm of pepsinogeen
Pepsinogeen = inactief enzym
HCL en pepsine kan pepsinogeen activeren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
pepsine activeert ook pepsinogeen.
Werking enzymen optimaal bij pH 2,5

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pepsine = peptidase

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

Alvleessap breekt eiwitten, zetmeel en vetten af.

Neutraliseert tot pH = 8 mbv HCO3-

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Simpele negatieve terugkoppeling
  1. Lage pH in duodenum (12v darm)
  2. S-cellen in duodenum geven secretine af
  3. Reactie in pancreas (alvleesklier)
  4. Afgifte bicarbonaat

Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.11

Slide 15 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.11
Maagportier

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waardoor je met onvoldoende HCO3- in je alvleessap je onvoldoende aminozuren opneemt uit je voedsel.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke enzymen zijn betrokken bij vetvertering?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vet 
(Lipide)
Glycerol
3 vetzuurketens

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
  • Glycerol en drie vetzuren
  • Verzadigd en onverzadigd
  • onverzadigd zit veel in plantaardige oliën en vis

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen leverlobjes produceren gal
Afbraak bilirubine (geel)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GAL

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vet vertering
gal (lever) =emulgator
lipase (alvleesklier) = enzym

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fosfolipiden bestaan uit......
A
1 molecuul glycerol en 2 vetzuurmoleculen
B
1 molecuul glycerol, 3 vetzuren en 1 fosfaat
C
1 molecuul glycerol, 2 vetzuren en 1 fosfaat
D
1 molecuul glycerol, 1 vetzuren 2 fosfaat

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bouwstenen van lipiden zijn...
A
lipiden
B
aminozuren
C
glucosemoleculen
D
glycerol + vetzuren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk verteringssap bevat geen enzym?
A
darmsap
B
maagsap
C
gal
D
alvleessap

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  1. Emulgeren door gal
  2. Opname vetzuren in darmcellen
  3. Productie nieuwe vetten in glad ER
  1. Emulgeren door gal
  2. Opname (Diffusie) vetzuren
  3. Productie nieuw vetten in ER
  4. Productie Chilomicronen (golgi)
  5. Exocytose
  6. Transport met lymfevaten (niet de poortader!!!)

Vetvertering

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lipase (darm)
Breekt vetten af tot vetzuren en glycerol
door vetzuren daalt de pH

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van fick
Door welke factoren uit de wet van fick, werkt resorptie van voedingsstoffen snel??

BINAS 83

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alvleesklier
12-vingerige darm
maagsapklieren
lever
secretine
enterokinase
gal
pepsinogeen
lipase
amylase

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies