5H 10.3 Chemische vertering

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Leerdoelen
  • Video spijsverteringskanaal varken --> 8 minuten
  • Uitleg basisstof 3 --> Chemische vertering
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding en vertering
10.1 Voedingsstoffen 
10.2 Het verteringsstelsel
10.3 Chemische vertering
10.4 Resorptie
10.5 Gezonde voeding 



BiNaS tabel 82

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 10.3
  • Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden verteerd in het verteringsstelsel
  • Je kunt de van verteringsenzymen uitleggen




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Beschrijf:
  • De verschillende voedingsstoffen
  • Het verschil tussen aminozuren en eiwitten
  • Wat essentiële aminozuren zijn
  • Wat fagocytose is

Iedereen schrijft een antwoord op
Wissel uit met voor-achterburen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht antwoorden
Voedingsstoffen --> koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen, voedingsvezels en water. 

Eiwitten in ons lichaam zijn opgebouwd uit 20 verschillende bouwstenen. Deze bouwstenen noemen we aminozuren. Je lichaam kan sommige aminozuren zelf aanmaken, dit noemen we niet-essentiële aminozuren. Van de aminozuren die je lichaam niet zelf kan aanmaken (essentiële aminozuren), moet je voldoende binnenkrijgen via je voeding.

Fagocytose is het opnemen van een organisme of stof via het celmembraan. (Het eten van de cel)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video Spijsverteringskanaal varken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen
Zijn altijd eiwitten. Substraat specifiek.
Er zijn twee soorten
- Afbrekende enzymen voor
 dissimilatie (bv bij vertering) 
- Opbouwende enzymen 
voor assimilatie (bv bij spiervorming) 

Enzymen zijn verantwoordelijk voor de stofwisselingsreacties in de cel
Herhaling en oefenvragen (link)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel (met water en slijm-> voor inslikken)
  2. Maag: maagsap 
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap

GAL IS HULPSTOF 
(zetmeel)
(zetmeel)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering is niet nodig voor:
Monosachariden (glucose), water, mineralen en vitaminen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringskanaal
Motoriek --> verplaatsen van voedsel 
door het maagdarmkanaal
Secretie --> afgifte van spijsverteringssappen
Vertering --> afbraak organische stoffen 
tot monomeren
Resorptie --> opname van verteringsproducten 
in het bloed

BiNaS 82C en 82F

Slide 12 - Tekstslide

Een monomeer is een eenvoudig molecuul. Een monomeer kan dienen als bouwsteen voor grotere moleculen. Mono betekent één, een monomeer is dus één stukje. Als twee monomeren samen worden gevoegd, krijg je een dimeer. Di betekent twee, je hebt dus twee stukjes, twee monomeren. Als je meer dan twee monomeren samenvoegt krijg je een polymeer. Poly betekent veel, je hebt dus veel stukjes, veel monomeren.
Mond en slokdarm
Motoriek --> mechanische vertering
Vervoer naar maag → darm peristaltiek (slokdarm)

Secretie--> speeksel
Vertering --> afbraak zetmeel naar maltose d.m.v. amylase
Resorptie --> beperkt, mogelijk. bv bep. medicijnen en alcohol

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
  • Kringspieren
  • Lage pH (2,5)
  • Chemische afweer
  • 2-4 uur
  • Start eiwitvertering

Eiwitten
Polypeptiden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Motoriek --> Reservoir (2L)
Vermengen voedselbrij met maagsap
Secretie--> Afgifte maagsap (zoutzuur, 
pepsinogeen)
Vertering --> Afbraak eiwitten tot kleine 
polypeptiden, door pepsine 
(voor-enzym pepsinogeen voor activatie nodig)
Denaturatie/afbraak speekselamylase
Resorptie --> - alleen alcohol voor een deel

Lage pH (2,5)

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer pepsinogeen in een milieu terechtkomt met een hoge zuurgraad, wordt het omgezet in het actieve pepsine.
Maagportier
Het openen en sluiten van de
maagportier is afhankelijk van
de pH in de twaalfvingerige 
darm. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Maagportier opent af en toe om voedsel door te laten.
Wordt geregeld door pH.
> Dicht bij lage pH in 12-vingerige darm
> Open bij hoge pH in 12-vingerige darm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm
Het eerste stukje van de dunne darm.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm
Motoriek --> darmperistaltiek
Secretie--> 
  • Afgifte alvleessap (door alvleesklier) --> HCO3- (buffer), amylase, eiwit verterende enzymen (proteasen zoals pepsine), lipase
  • Afgifte gal (gemaakt door de lever, opgeslagen in galblaas)

Vertering --> Afbraak zetmeel/disachariden tot monosachariden (amylase), polypeptide tot di- en tripeptiden. Afbraak vet tot glycerol tot vetzuren door lipase.

Resorptie --> 

Slide 19 - Tekstslide

HCO3--> waterstofcarbonaat, bicarbonaat (koolstof en zuurstof). Hierdoor stijgt de PH waarde
Alvleessap
Bevat de enzymen:
  • Amylase --> afbraak van zetmeel 
     tot maltose
  • Trypsine --> splitst lange polypeptiden
  • Peptidase --> breken deze korte
     polypeptiden verder af tot tripeptiden 
     en dipeptiden
  • Lipase --> splitst vetmoleculen in 
     1 glycerolmolecuul en 3 verzuurmoleculen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
  • Zuur wordt geneutraliseerd door vetzuren --> pH 7
  •  Toevoegingen van de enzymen:
  1. Maltase --> splitst maltose in 2 glucosemoleculen
  2. Sacharase --> verteert sacharose (disacharide/tafelsuiker)
  3. Lactase --> verteert lactose (melksuiker)
  4. Peptidasen --> breken tri- en dipeptiden af 
     tot aminozuren
  • De vertering van voedingsstoffen wordt voltooid. 

Slide 21 - Tekstslide

Pepsine uit de maag kan niet meer werkzaam zijn om eiwitten te verteren. Dus nieuwe andere enzymen toegevoegd hiervoor. 
Vetafbraak

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het afbreken van koolhydraten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het afbreken van eiwitten

Slide 24 - Tekstslide

Pepsine werkt niet meer bij een hogere pH. In de twaalfvingerige darm wordt lipase toegevoegd om vet af te breken --> pH is hoger en in de dunne darm peptidasen om eiwitten af te breken. 

Huiswerk

Lezen 10.3
Maken opdracht 38 t/m 46
+ begrippenlijst maken







Herhalen en/of extra oefenen

Oefenen Biologiepagina.nl


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resorptie
  • Opname voedingsstoffen
  • Groot oppervlakte 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
  • Water resorptie
  • Darmflora:
       - 150 soorten
       - nuttige voor voedsel afbreken
       - vitaminen productie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies